Om de gezondheidszorg betaalbaar, toegankelijk en organiseerbaar te houden, staat Nederland voor grote uitdagingen. ICT-oplossingen kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Eddy van de Werken, voorzitter van OIZ – de belangbehartiger van Nederlandse ICT-leveranciers in de zorg – pleit voor de komst van eenduidige standaarden voor informatie-uitwisseling tussen zorgsectoren. “Want door een betere efficiency kunnen met dezelfde inspanning méér mensen zorg leveren.”
Als voorzitter van OIZ, de Nederlandse Vereniging van Organisaties voor ICT in de Zorg, is het voor Van de Werken onder meer een belangrijke missie om de werkdruk van zorgprofessionals te verlagen. “Met ICT kunnen we helpen om zorgprofessionals werk uit handen te nemen, zodat zij méér daadwerkelijke patiëntenzorg kunnen doen. Alles moet erop gericht zijn om iedere Nederlander in enige mate de zorg te kunnen geven die hij of zij nodig heeft om gezond oud te worden.”
Een van de uitdagingen is daarbij volgens Van de Werken om te komen tot eenduidige standaarden voor informatie-uitwisseling tussen verschillende zorgsectoren, zoals ziekenhuizen, huisartsen, tandartsen en thuiszorgorganisaties. “Wat je ziet, is tot nog toe elke zorgsector zijn eigen informatiesysteem heeft. Tegelijkertijd wordt er van zorgverleners gevraagd om steeds meer samen te werken en dus ook informatie met elkaar te delen. Daarom is het belangrijk dat er een eenduidig informatiesysteem komt waarbij de informatie foutloos en zonder tijdsvertraging kan worden overgedragen van de ene naar de andere zorginstelling. Daar schort het nu nog aan.”
Bij het informatiesysteem dat de OIZ-voorzitter voor ogen heeft, is het zaak dat de uitgewisselde informatie niet voor meerdere uitleg vatbaar is, benadrukt hij. “Zo zal een specialist in het ziekenhuis voor een bepaald ziektebeeld soms andere medische benamingen gebruiken dan een huisarts. Dat betekent dat een eenduidige informatiestandaard niet alleen een kwestie van ICT-techniek is, maar vooral ook van semantiek, oftewel: een eenduidige begripsduiding waarover geen discussie kan ontstaan. En dan hebben we het niet eens gehad over het waarborgen van de privacy van patiënteninformatie. Ook dat aspect maakt het uitwisselen van gegevens extra complex.” Kortom, een klus waarvoor nog veel werk aan de winkel is. Zodra de gezamenlijke ICT-leveranciers in Nederland erin slagen om een dergelijke samenwerking tussen systemen te bouwen, zal de zorgsector daar echter alleen maar de vruchten van plukken, is de overtuiging van Van de Werken. “Nu is het bijvoorbeeld nog vaak zo dat je een bloedonderzoek bij meerdere zorginstanties moet laten uitvoeren. Maar als er sprake is van een adequaat systeem voor informatie-uitwisseling tussen zorgverleners, kun je dergelijke doublures in de toekomst voorkomen. Dat zorgt voor een betere efficiency, waardoor met dezelfde inspanning méér mensen zorg kunnen leveren.”
Als het gaat om belangrijke ICT-ontwikkelingen in de zorg, komt het gesprek ook al gauw op Artificial Intelligence. Van de Werken: “Die ontwikkelingen gaan heel hard. Zo is het nu al mogelijk om een prostaattumor met behulp van een AI-analyse te beoordelen, zelfs veel beter dan een uroloog dat ooit kan. En die kant zal het ook steeds meer opgaan. Daarom zullen we moeten leren accepteren dat wij de zorg niet meer altijd van een natuurlijk persoon krijgen. Wie weet, komt er binnen afzienbare tijd voor het toedienen van medicatie geen thuiszorgmedewerker, maar een zorgrobot bij je thuis. Als gevolg van technologische ontwikkelingen zal de zorg door een traditionele dokter of verpleegkundige dan ook steeds meer door een AI-tool of ander apparaat worden overgenomen. Hoe dan ook, zullen wij met z’n allen onze traditionele manier van denken over zorg moeten loslaten. Want alleen op die manier kunnen wij de zorg betaalbaar houden en het huidige zorgniveau ook voor de toekomst behouden.”