Nieuwe polyvalente productie-eenheid voor farmareus

In het kader van de modernisering van haar campus in Eigenbrakel heeft UCB onlangs haar nieuwste aanwinst verwelkomd. Deze multifunctionele farmaceutische productie-eenheid van bijna 21.000 m², die de naam Inflexio kreeg, valt vooral op door haar duurzaamheid en het innovatieve karakter van haar gevel. Vanaf de eerste haalbaarheidsstudies tot aan de oplevering van het project werkte assar architects nauw samen met UCB en de verschillende betrokken studiebureaus. Als projectarchitect was assar verantwoordelijk voor het ontwerp en de technische en ruimtelijke coördinatie van alle niet-geclassificeerde zones en functies (architectuur, interieurontwerp, landschapsontwerp, BIM en projectmanagement).

Inflexio, een van de grootste en modernste farmaceutische productie-eenheden in haar soort in België, is bestemd voor de geavanceerde ontwikkeling van geneesmiddelen en de commerciële productie van monoklonale antilichaamgeneesmiddelen ter ondersteuning van de wereldwijde lancering van nieuwe UCB-producten. Het nieuwe complex bestaat uit twee gebouwen: de eigenlijke productie-eenheid (gebouw B7) voor de fabricage van geneesmiddelensubstanties en een bijbehorend nutsgebouw (gebouw B8). Een reeks externe technische installaties, zowel boven- als ondergronds (tankpark, piperack, stormbekkens, regenwateropvang- en filtratiesystemen voor de koeltorens, …), maakt het plaatje compleet.

De productie-installatie is gebaseerd op geoptimaliseerde procesintegratie, efficiënte gebouwindelingen en het ontwerp van ruimtes en technische apparatuur met behulp van innovatieve technologieën. De prestaties op het vlak van CO2-uitstoot zijn naar schatting 28% beter dan bij de nieuwste ontwerpen van vergelijkbare biotechnologische fabrieken. Er is bijzondere aandacht besteed aan het beheer en optimale gebruik van water, het hergebruik ervan en de algemene minimalisering van afval. Het Inflexio-project draagt dus actief bij aan de vermindering van het water- en energieverbruik, net als een reeks andere projecten op de UCB-site die gericht zijn op de reductie van de CO2-uitstoot en koolstofneutraliteit tegen 2030. Aangezien de site deels in een overstromingsgebied ligt, is er een aantal specifieke inrichtings- en regenwaterbeheerprincipes geïmplementeerd, zoals het in evenwicht brengen van het projectniveau ten opzichte van het oorspronkelijke natuurlijke terrein zonder grond van buitenaf toe te voegen, het gebruik van (half)doorlatende verhardingen waar mogelijk, het tijdelijk bufferen van afgevoerd regenwater en een strikte beperking van het uitstroomdebiet bij de uitgang van elk bufferbekken.

De gevel van gebouw B7 bestaat uit een donkere baksteensokkel, met daarbovenop een volledig beglaasde façade. Het architecturale doel van deze laatste was de creatie van een perfect coplanaire buitenschil (een mix van extra heldere geëmailleerde niet-doorzichtige beglazing en extra heldere gelaagde doorzichtige beglazing), zonder zichtbare mechanische bevestigingsprofielen of zichtbare afdichting van de open voegen tussen de ramen.

Deze beglaasde huid bestaat uit een buisvormig aluminium frame dat is opgehangen aan de structuur van het gebouw, waardoor panelen (ramen) van geëmailleerd of transparant glas mechanisch konden worden bevestigd. De beglazing is gelijmd op kaders in geëxtrudeerde aluminiumprofielen, die vooraf reeds geassembleerd werden in het atelier. 

De transparante raamelementen combineren verschillende beglaasde panelen of bestaan uit één enkel beglaasd paneel. Ze zorgen er ook voor dat de holtes tussen de transparante buitenbeglazing en de frames met dubbele beglazing aan de binnenkant kunnen ‘ademen’ door middel van ventilatieroosters met kleine inox gaasfilters. De spouw die zo ontstaat tussen de naar buiten openende ramen en de vaste binnenkaders is ‘ademend’ en omvat tevens geometrische zonweringen met gemotoriseerde stoffen oprolscreens. Aan de binnenkant zijn de vaste frames perfect uitgelijnd met de binnenafwerking van de gevels (sandwichpanelen en afgewerkte betonnen wanden).