Hoe optimaliseren we onze zorg en houden we zorg toegankelijk voor het groeiend aantal inwoners in onze regio? De nieuwe samenwerking van het Catharina Ziekenhuis en het Anna Ziekenhuis (onderdeel van de Anna Zorggroep) geeft hier antwoord op. In lijn met het landelijke Integraal Zorgakkoord intensiveren de ziekenhuizen hun samenwerking om patiënten in de regio de beste zorg te blijven bieden.
Er wordt door het Catharina en Anna al intensief samenwerkt op een aantal terreinen. Bijvoorbeeld op het terrein van de intensive care, zorgpaden voor oncologie, cardiologie (NHN), urologie en chirurgie. Thea Sijbesma, bestuursvoorzitter Anna Zorggroep: “Deze nieuwe samenwerking maakt het voor nog meer specialismen mogelijk om de samenwerking op te zoeken. In eerste instantie denken we daarbij aan onze laboratoria, nefrologie en spoedzorg. Ook dagen we de specialismes die nu al samenwerken uit om hun samenwerking verder te verstevigen.”
Bestuursvoorzitter Catharina Ziekenhuis, Nardo van der Meer: “Samenwerken is voor onze ziekenhuizen niet nieuw. Eerder is een fusie onderzocht. Dat is nu nadrukkelijk niet het geval. Per jaar gaan we samen met vakgroepen van beide ziekenhuizen in gesprek over wat de volgende stap is in onze samenwerking. Bovendien biedt onze samenwerking ook ruimte om gezamenlijk medisch specialisten aan te trekken of (gespecialiseerd) verpleegkundigen op te leiden, binden en boeien.
Deze samenwerking sluit naadloos aan bij onze regiovisie waarbij we streven, samen met andere regionale zorgaanbieders, om de zorg toegankelijk en duurzaam beschikbaar te houden voor 1 miljoen bewoners van de regio Zuidoost-Brabant. Dat kan alleen als we allemaal optimaal samenwerken en gebruik maken van elkaars kennis, mensen en middelen.”
De ziekenhuizen hebben als uitgangspunt dat voor patiënten van start tot beëindiging van de behandeling duidelijk is wat de stappen zijn in de behandeling en waar die plaatsvindt. Arent-Jan Michels, voorzitter BSB Anna Ziekenhuis en longarts: “Uiteraard kiest een patiënt zelf naar welk ziekenhuis hij in eerst instantie gaat. Zodra de behandeling start kan het betekenen dat een deel van de behandeling plaatsvindt in het andere ziekenhuis. Viviane Dietz, voorzitter VMS en gynaecoloog: “Doordat we in beide ziekenhuizen binnen deze zorgpaden dezelfde taal spreken en werken met dezelfde planning, uitvoering en uitleg krijgt de patiënt de allerbeste zorg op de juiste plek met de kortste wachttijden.”