Johan Staes – Gedelegeerd bestuurder Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (Vlozo)
In de aanloop naar de gewestelijke en regionale verkiezingen van 9 juni stelt het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (Vlozo) in een memorandum een aantal beleidsvoorstellen voor over de organisatie van de ouderenzorg in Vlaanderen. Vlozo is de sectorfederatie van de private zorgondernemers in Vlaanderen. Samen beheren de Vlozo-leden ruim een derde van alle door de Vlaamse overheid erkende en gesubsidieerde woongelegenheden in de Vlaamse woonzorgcentra en stellen ze meer dan 20.000 mensen te werk.
“Moeten ouderen zo lang mogelijk thuisblijven? Vandaag is dit het officiële uitgangspunt van het Vlaamse woonzorgbeleid. Volgens Vlozo is deze visie toe aan een bijsturing”, zegt gedelegeerd bestuurder Johan Staes. Thuiszorg is ongetwijfeld zeer belangrijk, maar mag geen fetisj worden. ‘Thuis’ is veel meer dan de muren van een eigen huis, thuis moet ook een plek zijn waar mensen zich fysiek en emotioneel veilig en comfortabel voelen. Indien dit niet meer kan, door bijvoorbeeld fysieke ongemakken in combinatie met een onaangepaste infrastructuur of een gebrek aan mobiliteit buitenshuis, dan is het mogelijk dat ‘thuis’ sluipend evolueert naar een zeer oncomfortabele vorm van ‘eenzame opsluiting.’”
“Residentiële ouderenzorg kan zoveel méér zijn dan zorg voor ouderen met de zwaarste zorgprofielen in hun allerlaatste levensfase. Een woonzorgcentrum als gespecialiseerd ziekenhuis uitsluitend voor zorgbehoevende ouderen? Neen, dank u. Bewoners van een woonzorgcentrum verdienen levenskwaliteit. In een woonzorgcentrum waar het aangenaam leven is, is er daarom nood aan een goede mix van ouderen met verschillende zorgprofielen. Dit bevordert de sociale interactie en creëert een gevoel van verbondenheid, waardoor ook het mentale welzijn van de bewoners verbetert.”
“Residentiële ouderenzorg in Vlaanderen omvat meer dan de woonzorgcentra. Er zijn ook assistentiewoningen, centra voor kortverblijf, centra voor herstelverblijf en dagverzorgingscentra. Ook wordt er almaar meer nagedacht over vernieuwende cohousingconcepten en andere kleinschalige wooninitiatieven. Vooral onder druk van veranderende verwachtingen van een nieuwe generatie ouderen die meer keuze en flexibiliteit wil.”
“Helaas loopt de Vlaamse regelgeving op het gebied van deze groeiende vraag naar meer keuze en flexibiliteit een beetje achter de feiten aan. Vernieuwende concepten in de residentiële ouderenzorg geven ouderen nochtans de kans om een woonvorm te kiezen waar zij zich het beste bij voelen. Daarom is het belangrijk dat de Vlaamse overheid deze nieuwe woonzorgvormen aanmoedigt, in een regelluw kader.”
“De Vlaamse overheid, de eerstelijnszones en de lokale besturen zouden ouderen niet alleen proactiever kunnen sensibiliseren over de uitdagingen die een toenemende zorgbehoefte met zich meebrengt, maar hen ook preventief aanmoedigen om levensloopbestendig te wonen of sneller te verhuizen naar een aangepaste woonomgeving. En is er dan nog aangepaste zorg nodig, dan graag in kleinschalige en genormaliseerde praktische woonomgevingen.”
“De financiering van de Vlaamse ouderenzorg moet eenvoudiger en transparanter worden, zonder onderscheid tussen private en publieke zorg. Minstens kan de Vlaamse Sociale Bescherming de zorgfuncties voor 100% financieel dekken en kan Vlaanderen de functies die het zelf oplegt, zoals die van directeur van een woonzorgcentrum, eindelijk ook financieren. Het zorgbudget, waarop ouderen met een zorgnood recht hebben, evolueert nu niet mee met de stijgende levensduurte. Dit moet minstens mee indexeren.” Om de toekomst van de Vlaamse ouderenzorg te verzekeren is er nood aan een nieuw financieringsmodel dat de band met de sociale zekerheid versterkt. “Geef zorgbehoevende ouderen een persoonsvolgend budget waarmee ze zelf de gewenste zorg kiezen. Zorgvoorzieningen geven we een voldoende hoge basisfinanciering waarmee ze hun werking kunnen verzekeren. Onze pensioenen moeten voldoende hoog zijn om de andere woon- en leefkosten te dragen.”
“Oudere medewerkers verlaten de arbeidsmarkt om te genieten van hun pensioen, terwijl almaar minder jonge medewerkers kiezen voor een job in de zorg en er ook vaker de brui aan geven. De sociale partners en overheden moeten samen meer inspanningen leveren om het imago van de ouderenzorg te verbeteren en de sector aantrekkelijker te maken. Concreet vragen we om de personeelsnormen en het verloningsbeleid verregaand te flexibiliseren. De personeelsnorm en de taakverdeling kunnen worden herbekeken. De Vlaamse opleidingen voor verpleeg- en zorgkundigen kunnen meer op maat, zodat meer jongeren en zij-instromers kiezen voor ouderenzorg.”