Vlak voor het begin van de zomer hebben zestig bewoners van psychiatrisch verzorgingstehuis De Landhuizen in Halle-Zoersel hun intrek genomen in hun nieuwe woning, in twee hiervoor nieuw opgetrokken gebouwen. De bestaande accommodatie voldeed niet meer aan de normen.
Begin jaren negentig werden de psychiatrische centra in België verplicht om ziekenhuisbedden om te vormen tot bedden in een psychiatrisch verzorgingstehuis. In Bethanië geestelijke gezondheidszorg (ggz) resulteerde dit in de oprichting van psychiatrisch verzorgingstehuis (pvt) De Landhuizen, dat een beschermende leef- en woonomgeving biedt aan mensen met een gestabiliseerde psychische kwetsbaarheid. Zowat 140 patiënten werden plots ‘bewoner.’ Tijdens de daaropvolgende jaren werden er twintig bedden afgebouwd.
Omdat een pvt niet op de campus van een psychiatrisch centrum mocht liggen, moest er een nieuwe locatie worden gevonden. De tweevoudige keuze viel op het oude ziekenhuis aan de rand van het domein (Wende) en op de huidige afdeling Wissel aan de Bethaniënlei. Zo’n 25 jaar later voldeed Wende door ouderdom niet meer aan de wettelijke normen voor een woonomgeving en drong een nieuwe locatie zich op. De eerste plannen betroffen een locatie in het nabije Westmalle, waar de overkoepelende zorggroep Emmaüs al over een bouwgrond beschikte. Op die plannen volgde heel wat nimby (not in my back yard) reactie, waardoor de oorspronkelijk toegezegde inplanting van woningen voor het specifieke doelpubliek alsnog werd geweigerd. Veelvuldig overleg kon niet baten, waardoor deze locatie geen optie meer was.
Sint-Antonius-Zoersel, waar de pvt en haar bewoners al bekend waren in het straatbeeld, reikte wel de nodige vergunningen uit: veertig bewoners zouden onderdak vinden in een nieuwbouw aan de Achterstraat, de andere twintig in een aanbouw bij Wissel. In het bestaande complex langs de Bethaniënlei bevonden zich onder meer al studio’s, een cafetaria en de ontmoetingsruimte Trefpunt.
De werken gingen begin 2022 van start en waren in de lente van 2023 klaar. “Doorheen heel het bouwtraject stonden de bewoners centraal”, vertelt bouwcoördinator Michel van Ek van vzw Emmaüs. “Zo hebben we het grootste deel van de ruimte gereserveerd voor wonen en wooncomfort. Elke studio is uitgerust met alle faciliteiten die je vandaag de dag in een nieuwe woonomgeving mag verwachten. We pleegden hiervoor veel overleg met de bewoners en medewerkers. Daarbij peilden we naar hun wensen en verlangens rond wonen en werken.”
De Achterstraat telt vijf woongroepen met telkens acht bewoners. “Elke groep beschikt over een gemeenschappelijke leefruimte. Verder zijn er op het gelijkvloerse niveau een grote polyvalente zaal en verschillende lokalen en bureaus voor de medewerkers.” De spreiding over twee locaties was mede ingegeven door het streven naar een ideale verdeling van de medewerkers die de bewoners begeleiden. “De bewoners van de Achterstraat kunnen minder begeleiding nodig hebben om zelfstandig te wonen en kunnen vlotter doorstromen naar beschut wonen of een andere woning.”
De aanbouw aan de Bethaniënlei telt twee woonniveaus met telkens tien studio’s. “Ook hier hebben we zoveel mogelijk vierkante meters gereserveerd voor wonen en wooncomfort. Omdat in deze studio’s bewoners verblijven die meer nood hebben aan (fysieke) zorg, hebben we de inrichting specifiek hierop afgestemd. Dit uit zich onder meer in de brede schuifdeur tussen het woongedeelte en het sanitair.” Op beide niveaus is er een grote, gemeenschappelijke ontmoetingsruimte.
De dragende wanden van de nieuwe gebouwen aan de Achterstraat zijn opgetrokken uit silicaatsteen en langs de buitenkant afgewerkt met een gevel in geglazuurde, witte baksteen. “Voor de binnenwanden hebben we overal gipskarton gebruikt. Hierdoor is het gemakkelijk om later de indeling te veranderen.” Ze zijn beschilderd met zachte kleuren, zoals lichtroze en olijfgroen. De lagere aanbouw langs de Bethaniënlei heeft, door de buitengevel in rode baksteen, een ander uitzicht.
Op het pannendak van de ‘Achterstraat’ is een maximaal aantal zonnepanelen opgesteld. “Daarmee produceren we onder meer de energie voor de warmtepomp van ons verwarmingssysteem. Dit maakt via 80 meter diepe boringen gebruik van bodemwarmte.”
“We hebben de afdelingsnamen Wende en Wissel vervangen door de straatnamen”, legt Van Ek uit. “Op die manier leggen we de nadruk op de integratie in de maatschappij. Een zo groot mogelijke maatschappelijke integratie en activering is één van onze streefdoelen.” De Achterstraat en haar omgeving liggen in één van de woonkernen van de gemeente en vormen een sociaal levendige buurt. “Om de integratie aan te moedigen, krijgen ook onze buurtbewoners toegang tot de tuin. We laten er zitbankjes plaatsen en stellen er een kunstwerk met spiegelende werking op. Het opgevangen regenwater gebruiken we om de toiletten mee te spoelen en voor het onderhoud van de tuin. Het overtollige water vangen we gedeeltelijk op in een wadi, die mede het karakter van de tuin bepaalt.”
“Op het vlak van technieken was de uitbreiding van het gebouw langs de Bethaniënlei hoofdzakelijk een voortzetting van de concepten uit het bestaande gebouw”, zegt Tom Mertens, projectingenieur bij ingenieursbureau Botec uit Wommelgem, dat de nodige studies terzake uitvoerde. “Natuurlijk hebben we er producten of geëvolueerde producttypes gebruikt die pas later op de markt kwamen en die ervoor zorgen dan het energieverbruik in de aanbouw veel lager is dan in het bestaande gedeelte van het gebouw.”
“Voor de nieuwbouw langs de Achterstraat kozen we een zeer duurzame toepassing. Daarbij zorgt geothermie in combinatie met zonnepanelen voor een zeer laag energieverbruik en een koolstofarme uitstoot. Het comfortniveau ligt er erg hoog, doordat we het hele verwarmingssysteem omkeerbaar ontwikkelden. Hierdoor kan er niet alleen via de vloerverwarming en de luchtgroepen verwarmd worden, maar kan dit systeem in de zomer ook voor koeling zorgen. In combinatie met de automatisch gestuurde zonwering en de witte buitenschil zal de binnentemperatuur ook bij langere hittegolven slechts beperkt toenemen.”
De zorgfuncties zijn op een discrete manier verwerkt in de kamers en badkamers van de bewoners. “Door het gebruik van strakke verlichting met een warme lichtkleur voelen alle leefruimten huiselijk aan en heb je nooit het gevoel dat je je in een verzorgingstehuis bevindt.”