Platform over bouw en ontwikkeling in de zorg in Vlaanderen en Nederland
Guus Schrijvers:  ‘Chronische zorg is niet gebaat bij ‘shoppen”

Guus Schrijvers: ‘Chronische zorg is niet gebaat bij ‘shoppen”

Zijn recente boek ‘Zorginnovatie volgens het cappuccinomodel’, waarin betaling per verrichting wordt vervangen door betaling per zorgpad, vindt onder zorgprofessionals weerklank. Emeritus-hoogleraar Public Health Guus Schrijvers is daarnaast nog zeer actief in het lezingencircuit en de begeleiding van reorganisaties van instellingen. Innovatie is het mantra van de gedreven gezondheidseconoom, maar Schrijvers verliest de doelgroep niet uit het oog. “Ondernemerschap in de zorg? Ja, maar alleen met liefde voor het eindproduct – de patiënt.”

Het eind vorig jaar gepresenteerde boek ‘Zorginnovatie volgens het cappuccinomodel’ is volgens Schrijvers een beginpunt voor houdbare, betaalbare zorg op basis van ketenintegratie, en komt op een moment dat de decentralisatie van zorg grote aandacht heeft. De complexe realiteit van financiële kaders in de sector, met vele spelers en veranderende verhoudingen, heeft Schrijvers er niet van weerhouden een integrale visie op de zorgeconomie te presenteren. “Ik ben immers opgeleid als econoom. Het goed organiseren van zorg begint mijns inziens bij het definiëren van de doelgroep. Dat geldt bijvoorbeeld voor landelijke verzekeraars en hun klanten, maar ook voor een reorganisatie als die van ziekenhuis De Sionsberg in Dokkum, waarbij ik nauw ben betrokken. We moeten toe naar een betere ketenzorg, waarin de patiëntendoelgroep centraal staat. Een goed ondernemer let niet alleen op het geld dat hij binnenhaalt, maar ook of de klant daadwerkelijk wordt bediend.”

‘Nog teveel schotten’
Het cappuccinomodel gaat dan ook uit van ondernemerschap ‘met liefde voor de klant’, aldus Schrijvers. “De behandeling van chronisch zieken is bijvoorbeeld gebaat bij goede ketenzorg en langetermijnrelaties, en die moet je behouden. ‘Shoppen’, de zoektocht naar de goedkoopste aanbieder, werkt niet bij chronische zorg. Daarom moeten wij mijns inziens zorgverleners gaan betalen voor programma’s en zorgpaden – per periode en niet per verrichting. We spreken dan over daadwerkelijke samenwerking in het kader van het eindresultaat, niet alleen over een bekostigingsmodel. Ik kom bijvoorbeeld in gezondheidscentra veel enthousiaste initiatieven tegen in het kader van de zogenoemde ‘anderhalvelijnszorg’, maar samen in een gebouw zitten is nog geen kwalitatieve samenwerking. Nu staan er tussen de eerste- en tweedelijnszorg nog teveel schotten.” Schrijvers pleit bijvoorbeeld voor de invoering van een ‘sociaal geriater’ tussen de verpleeghuisarts en de klinisch deskundige in. “Het cappuccinomodel beoogt zowel betaalbare zorg als kwaliteitsverbetering. Het boek is met name bedoeld voor het middenkader van zorgorganisaties en slaat in dat segment goed aan.”

Videoverbinding
Het recentelijk failliet verklaarde streekziekenhuis De Sionsberg zal na een doorstart waarschijnlijk gaan functioneren als multifunctioneel gezondheidscentrum, met onder meer poliklinische functies en geïntegreerde ouderenzorg – naar analogie dus van de genoemde ‘anderhalvelijnszorg’. Is innovatie als gevolg van een faillissement wel de juiste manier? “Kleine ziekenhuizen hebben het moeilijk en innovatie begint vaak in dergelijke omstandigheden; goed verdienende organisaties krijgen te weinig stimulans om te innoveren. Maar innoveren moet om de zorg betaalbaar te houden. Het spreekwoordelijke ‘schuim op de cappuccino’ in mijn model is niet voor niets een vergoeding voor innovatie bovenop het zorgtarief. In krimpgebieden ligt een enorme groeimarkt door de vergrijzing. Speel daarop in, vertel ik de betrokken partijen; definieer je doelgroep en ga met elkaar aan de slag. Nu is de huisarts nog teveel de psycholoog die doorverwijst, waardoor de zorg onnodig duur is. De patiënt in een krimpgebied gaat voor een hartoperatie misschien naar een grote stad buiten zijn regio, maar kan een hartfilmpje laten maken in de huisartsenpraktijk. Met behulp van een videoverbinding kan de cardioloog dan relatief eenvoudig worden betrokken.”

‘Volkshuisvester’
Schrijvers pleit onder meer ook voor opsplitsing van ziekenhuisactiviteiten als acute, electieve en oncologische zorg in aparte bedrijven. Zo kan bijvoorbeeld de continuïteit van onrendabele bedrijfsonderdelen gehandhaafd worden, stelt de oud-hoogleraar. “Samenwerking tussen ziekenhuisorganisaties speelt evenwel een belangrijke rol in het overeind houden van ziekenhuizen in krimpgebieden.” Vanuit zijn expertise heeft Schrijvers ook een zienswijze op de grondbegrippen van het zorgwonen c.q. de ouderenhuisvesting, zowel ‘bottom-up’ als ‘top-down’. “Als oudere wil en moet je volgens mij betekenisvolle dingen blijven doen; tegelijkertijd moet je veilig kunnen wonen. Over de woonkeuzes die daarmee gepaard gaan moet je dus als individu goed nadenken wanneer je nog gezond bent. Verder merk ik dat in gemeentelijk beleid de aspecten zorgverlening en huisvesting nog te weinig in overeenstemming worden gebracht: de zorgbehoevende oudere ofwel chronisch zieke moet vooral langer thuis blijven wonen en de WMO wordt door gemeentes beschouwd als een soort bijstand. Ik zou graag zien dat woningcorporaties een belangrijke uitvoerende taak blijven vervullen in de ouderenhuisvesting. Wat mij betreft is een directeur van een woningcorporatie een gedreven, echte ‘volkshuisvester’, met oog voor zijn doelgroepen.”

Tekst: Jan-Kees Verschuure

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details