Bronlaak is een woon- en werkgemeenschap, gelegen in een weelderig bossenlandschap waar volwassenen, jong en oud, met zowel talenten als beperkingen wonen en werken. Mensen genieten hier van de rijkdomen die de natuur biedt; de groene leefwereld werkt helend. Bronlaak behoort tot DeSeizoenen, een antroposofisch gerichte zorgorganisatie met zes locaties voor intra- en extramurale zorg. Eind 2022 is het nieuwe Boshuis opgeleverd, een gebouw waar wonen en werken is gecombineerd. Centraal is het Bakhuys als werkgebied gesitueerd. Dit Bakhuys wordt geflankeerd door twee vleugels waarin zich elk zes bewonerskamers bevinden. Architect Daan Josee van architectenbureau Maas-Kristinsson heeft de basis gelegd voor een ruimtelijk plezierig gebouw met interessante doorzichten, een spel met licht en een verrassende vormentaal. Ook is er een natuurlijke verbondenheid tussen het interieur en het buitengebied. Het Boshuis is in nauwe samenwerking tussen eigenaar Vastgoed DeSeizoenen en de gebruikers tot stand gekomen. Ouders en bewoners zijn hierbij actief betrokken.
Gedurende het ontwerp- en bouwproces is veel aandacht gegeven aan de vraagstelling wanneer een gebouw ‘goed voelt’. Om deze reden is mede aan de hand van de zintuigenleer van Rudolf Steiner gekeken hoe kleur bij kan dragen aan een totaalervaring die ‘goed voelt’ voor de werkende en wonende bewoners, hun ouders, begeleiders en bezoekers. Kleur is een veelzijdig en levendig fenomeen dat voor ieder mens afhankelijk van zijn ervaringen verschillende associaties heeft. De gemeenschappelijke drager die voor elk mens gelijk is, is het gegeven dat kleur een natuurfenomeen is en zich in al haar elegantie laat zien en ervaren in de natuur. Tijdens een aantal sessies met medewerkers en ouders van de bewoners is ingezoomd op de manier waarop kleur voorkomt in de natuur, met de melange aan kleurcontrasten die in de natuur zijn te vinden.
Natuur heeft binnen Bronlaak een prominente positie. Bewoners leven en werken veel buiten. Ze werken bijvoorbeeld in de tuin en in de winkel van Bronlaak worden zelf gekweekte groenten verkocht. Dat de natuur als uitgangspunt is gekozen om tot kleurcombinaties en kleurcontrasten te komen, is dus niet zo vreemd. Hierbij is tevens bezien wat de verschillende zintuigen te vertellen hebben. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat mensen kleur alleen ervaren via de ogen (de gezichtszin), maar onze taal spreekt boekdelen. Het feit dat we spreken over zoete kleuren, harde kleuren en zelfs schreeuwende kleuren geeft aan dat kennelijk ook andere zintuigen wat in de melk te brokkelen hebben.
Vervolgens is een vertaalslag gemaakt naar het gebouw. Het gebouw vormt een veilige omhulling en biedt een ‘thuisgevoel’ aan, maar is ook een fijn werkgebied waar mensen met plezier aan de slag gaan. Er is variatie nodig. Niet alleen door verschillen in functies, maar ook omdat elk mens anders is en daarmee ook andere behoeften heeft. Zo is voor de bewonerskamers een drietal varianten ontwikkeld: de oud roze variant die iets meer omhullend werkt, de lichtblauwe variant die meer ruimtelijk is en de natuurvariant met het groen als basis. Deze drie varianten bieden aan de bewoner een keuzemogelijkheid, wat niet alleen gevoelens van autonomie ten goede komt maar vooral een passende ambiance biedt die aansluit bij de individuele behoefte.
Ruimtegewijs zijn de ruimtekwaliteit en vormentaal bezien in samenhang met de functionaliteit en specifieke behoeftes. De twaalf zintuigen die Rudolf Steiner heeft benoemd, vormden hierbij een belangrijk hulpmiddel. De gangen bijvoorbeeld hebben een levendige aardetint met Marmoleum op de vloer gekregen die de evenwichtszin activeert, maar ook een goede verbinding vormt met het omliggende bosgebied. Het Bakhuys zelf, het centrale werkgebied in het gebouw, heeft een verzadigde groene Marmoleum vloerafwerking, die zowel de levenszin als de bewegingszin stimuleert. Het omhullend effect wordt hier geboden door de ruimtelijke kwaliteit en versterkt door een warme licht roze tint. Deze kenmerkende kleur versterkt de eenheid van de ruimte. De woon- en eetkamers zijn terughoudend gekleurd met een variatie aan kleuren die begrenzend en verwijdend kunnen zijn. De keuze van kleuren is zo bepaald dat de kamers separaat kunnen functioneren, maar ook bij elkaar gevoegd kunnen worden. Voor alle ruimten is gekozen voor Marmoleum dat, naast een zekere vering, levendigheid uitstraalt met een variatie aan verzadigde en minder verzadigde kleurstellingen.
Telkens is bij de kleurkeuzes rekening gehouden met kleureffecten en zichtlijnen. Zo kunnen doorzichten in een geel getinte gang een sterker paarsblauw accent krijgen door de complementaire effecten. Deze effecten – die het menselijk oog zelf creëert – maken zichtlijnen interessanter, omdat het oog meer contrast ‘ziet’. Ook kun je met kleurgeving inspelen op verwachte psychologische effecten. Zo kunnen ondanks een goede afzuiging en goede reiniging sanitaire ruimte wel eens onfris ruiken. Om deze reden is in de sanitaire ruimte plaatselijk een kleurstelling in de vorm van een gevarieerde samenstelling van mosa tegels gemaakt, die juist een fris effect teweeg brengt. Kleur is in het Boshuis niet alleen toegepast om de sfeer te versterken, maar ook als hulpmiddel om het reilen en zeilen van een groep mensen die het fijn hebben met elkaar te ondersteunen.