Tilliften in Radboudumc: Overal rails, motoren waar nodig

Bijna alle 150 verpleegkamers in het nieuwe Gebouw A van het Radboudumc hebben een plafondtilliftvoorziening. Gekozen is voor een flexibele en efficiënte oplossing met in (vrijwel) alle kamers een monorail en losse motoren op handige transportkarren, beide van Lopital, specialist in hygiëne- en transferoplossingen.

Patrick Konings, senior accountmanager van Lopital: “Wij hebben voorgesteld dat je met een monorail op elke kamer en met een beperkt aantal motoren op loopwagens een heel ziekenhuis kunt bedienen. Dit advies heeft het ziekenhuis overgenomen. Het resultaat is dat in alle verpleegkamers alleen boven het bed een smalle spleet zichtbaar is waarin de rails is verzonken. Dit geeft een rustig beeld en dat past volgens mij helemaal in de opzet van het verpleegkamerontwerp. Een monorail heeft als nadeel dat je het bed precies onder de rail moet positioneren, maar dat is in een ziekenhuis veelal niet belangrijk; de plek waar bedden staan is immers nauwkeurig bepaald. In een verpleeghuis kies je eerder voor een systeem met twee assen.”

Niet elke kamer heeft een motor nodig. “Dat is kostbaar en niet efficiënt”, verklaart Konings. “Het ziekenhuis heeft voor alle verpleegkamers de beschikking over 28 Multirall 200 motoren die je met een transportkar kunt vervoeren. Moet op kamer 344 iemand in bed getild worden, dan kan tijdig de kar met motor daarheen verplaatst worden. Ter plekke haakt de verpleging met een zogenoemde helping hand eenvoudig de motor met juk in de rails. Het aanbrengen van een tilband is daarna eenvoudig uit te voeren. Een kind kan de was doen.”

“De transportkar heeft een elektrische koppeling waardoor de motor op de opslagplek automatisch wordt opgeladen, dus daar is geen omkijken naar. In de kar liggen naast de oplader, een handbediening, een voorziening voor een stretcher en een mandje voor de tilband(en). Zo is tillen in een ziekenhuis eenvoudig, snel en efficiënt uit te voeren, voorkomt het fysieke klachten bij medewerkers en verhoogt het comfort bij het verzorgen van patiënten. Hoeveel motoren het ziekenhuis uiteindelijk nodig heeft, zal de komende proefperiode uitwijzen.”