WARME ZORG in een DUURZAME OMGEVING

In Baasrode, een deelgemeente van het Oost-Vlaamse Dendermonde, verrijst een splinternieuwe, ultramoderne woonzorgcampus. ‘De Cocon’ is een woonzorgcentrum voor 126 bewoners, met 8 assistentiewoningen. Het complex is duurzaam en ecologisch gebouwd. Openheid, huiselijkheid en duurzaamheid vormen de troeven van De Cocon. De naam van het nieuwe centrum geeft al aan waar het hier om draait: warme zorg bieden voor de bewoners in een knusse omgeving.

Met zowat 23 miljoen euro is woonzorgcentrum De Cocon de duurste investering ooit van de stad Dendermonde. Het grootschalige project voorziet in een nieuwe onderkomen voor 2 woonzorgcentra: Sint-Vincentius (Baasrode) en Hof Ter Boonwijk (Sint-Gillis). Bouwbedrijf MBG startte in 2021 met de bouw. In juli 2022, na amper een jaar, verhuisden de bewoners van Sint-Vincentius al naar hun nieuwe thuis in een van de eerste 2 gebouwen. Daarna begon MBG met de tweede fase: de bouw van nog 2 bijkomende cocons, 6 inleunwoningen en 8 assistentiewoningen. Ook de laatste werken zijn volgens planning gerealiseerd. In maart konden ook de bewoners van Hof Ter Boonwijk hun intrek in De Cocon nemen.

“De oude woonzorgcentra Sint-Vincentius en Hof Ter Boonwijk dateren van respectievelijk 1992 en eind jaren ’70. Ze hadden hun beste tijd gehad en voldeden niet meer aan de erkenningsnormen van Zorg en Gezondheid”, vertelt directeur van Woonzorgcentrum Hof ter Boonwijk Paul Vandermeeren. “Dan gaat het over zaken als toegankelijkheid van sanitair, aanwezigheid van sanitair op de kamer enzovoorts.” De planningsfase voor de nieuwbouw begon al 10 jaar geleden, in 2014. Directeur van woonzorgcentrum De Cocon Greet Vanbelleghem: “We hebben een ‘dreamteam’ samengesteld met vertegenwoordigers van beide zorgcentra, uit alle disciplines. We kregen daarbij ook advies van de Probis Groep. Uit het overleg ontstond een plan waarin alle eisen waren vervat waaraan het nieuwe woonzorgcentrum moest voldoen. Dat plan vormde het uitgangspunt voor een wedstrijd voor het ontwerp van de vervangingsnieuwbouw.”

Openheid, kleinschaligheid en duurzaamheid waren de kernwoorden van het plan. Ondanks het grote aantal van 126 bedden moest het gebouw toch compact worden, met korte wandelafstanden voor de zorgverleners. Het nieuwe rusthuis zou naast het oude gebouw van Sint-Vincentius komen. Bijzonder aan het ontwerp van de architect waren de 4 ‘cocons’ die verspreid over het terrein staan: rondvormige, open gebouwen met veel glas en zicht op de omgeving. Die ronde vormen zorgen voor rust en een huiselijke sfeer. Vandermeeren: “De cocons zijn via bruggen en gangen met elkaar verbonden. Elke cocon lijkt op een klein dorp, met beneden in de centrale cocon een polyvalente zaal en een cafetaria – die ruimte noemen we het ‘marktplein’ – en tussenliggende verbindingen of ‘dorpsstraten’.” Verder zijn er een stiltekamer en een ruime tuin waarin de bewoners zelf kunnen tuinieren.”

Het nieuwe woonzorgcentrum is helemaal ingericht op de zorgbehoeften van de toekomst. “Zo is er een afdeling nauwe zorg voor zwaar zorgbehoevende bewoners, met speciale voorzieningen zoals plafondliften en een extra grote leefruimte met brede deuren. De bedden kunnen ook tot zetels worden omgebouwd, zodat een bedlegerige bewoner in de leefruimte kan vertoeven en kan deelnemen aan het leven op de afdeling.” Verder zijn er in De Cocon verschillende kamertypes, waaronder 3 kamers waarvan familieleden gebruik kunnen maken. 6 kamers doen dienst als inleunwoningen, waarin koppels terechtkunnen waarvan één partner zorgbehoevend is en de andere instaat voor de mantelzorg. Vandermeeren: “Die laatste kamers behoren wel tot het woonzorgcentrum, maar hebben allemaal een aparte ingang aan de straat, zodat bewoners door hun eigen voordeur kunnen binnenkomen.”

Het bouwproject was in handen van MBG, een aannemersbedrijf dat zijn sporen ruimschoots verdiend heeft in de zorgbouw, met projecten als Ziekenhuis Netwerk Antwerpen, AZ Sint-Maarten in Mechelen en AZ Alma in Eeklo. Projectdirecteur Gregory Bruxelman: “In december is de pre-oplevering gebeurd en in de tweede week van februari was alles klaar, ruimschoots binnen de vooropgestelde termijn.” Ook de eerste fase was binnen de gestelde termijn afgerond. Bruxelman: “We mogen dus spreken van een zeer vlotte bouw. Dat heeft ook te maken met onze manier van werken. We kiezen voor een pragmatische aanpak en een transparante manier van communiceren. Als er bijvoorbeeld onvoorziene aanpassingen nodig zijn in het bouwproces, gaan we in overleg en zorgen we voor een oplossing.”

Duurzaamheid is een ander belangrijk uitgangspunt van het project. Bij het ontwerp van De Cocon werd maximaal voor de principes van duurzaam bouwen gekozen. Op de daken zijn zonnepanelen geplaatst en de verwarming gebeurt door middel van een warmtepomp. Er zijn groendaken voorzien en het regenwater wordt gerecupereerd voor toiletspoeling. Bruxelman: “De gebouwen zijn bijzonder goed geïsoleerd, zowel aan de buitenzijde in de houtskeletbouw, als aan de binnenkant. Voor de vloerbekleding hebben de architect en bouwheer gekozen voor een zeer onderhoudsvriendelijke rubberen vloerbekleding.”

De achtvorm en de gebogen muren en gevels van de cocons waren beslist een bouwkundige uitdaging, zegt Bruxelman: “Ronde vormen in houtskeletbouw is niet evident, maar we kregen het snel onder de knie. Normaal gezien bouw je de structuur op voorhand in een atelier, dat was bij deze manier van bouwen niet mogelijk. We hebben alles op locatie in verstek moeten zagen. Ook de gevelbekleding en de raam- en deurtabletten hebben we aangepast om de ronde vorm erin te krijgen. Heel arbeidsintensief, maar het resultaat mag er zijn.”

Van de oude bebouwing van Sint-Vincentius rest nu alleen nog het beeldbepalende hoofdgebouw. “Dat zal een nieuwe bestemming krijgen. Over de invulling wordt nog nagedacht.”