Expertisecentrum Joachim en Anna in Nijmegen paste door de veranderende zorgbehoefte en de verouderde staat niet meer bij de wensen van bewoners, hun naasten en het zorgpersoneel. Een ijzersterk team bestaande uit bouwadviseur, bouwer en architect, met een gezamenlijke passie voor huisvesting in de zorg en met aandacht voor de bewoners en hun zorgverleners, realiseert op dit moment een dorpsachtige woon-, leef- en werkomgeving op het glooiende stuwwallandschap aan de Groesbeekseweg.
Expertisecentrum Joachim en Anna is onderdeel van De Waalboog en biedt zorg aan onder meer ouderen met zwaardere of complexere zorgvragen. Te denken valt aan fysieke problemen, maar ook psychogeriatrische problemen zoals dementie. Een aangepaste woonomgeving is daarbij van groot belang. De nieuwbouw realiseert voor hen een passend vervolg, afgestemd op hun behoeften en mogelijkheden, en ook die van toekomstige bewoners.
Een aantal jaar geleden zette De Waalboog haar visie op papier. ‘Zo thuis als maar kan’. Een ambitieus plan; toekomstbestendige, energieneutrale woningen bouwen, die ook recht doen aan de groene omgeving. En bovendien een enorme transitie, van alles onder één dak naar meerdere gebouwen, bestaande uit woningen met privévoorzieningen en gemeenschappelijke ruimten, die ook nog kunnen meebewegen met de sterke ontwikkelingen in de zorg. De bestaande locatie moest daarbij tijdens de bouw in bedrijf blijven.
Adviesbureau Van Aarle De Laat, specialist op het gebied van huisvesting in de zorg, is vanaf dag één betrokken. Directeur Richard Swinkels: “Toen de visie duidelijk was, en het project gestructureerd, zijn we op zoek gegaan naar partners. Oostwest architecten wist deze visie goed te vertalen; namelijk het bouwen van woningen die onderdeel uitmaken van het landschap, in plaats van een instellingsgebouw.” Arjan Haaima van Oostwest architecten vult aan: “Naast de visie is het landschap dusdanig bijzonder dat we dat als inspiratiebron hebben genomen. We wilden een vriendelijke woonomgeving creëren, met woningen die eruit zien en voelen als een huis. Zo thuis als maar kan. Een dorpssfeer met woningen, plein, restaurant en theater, aan de rand van het bos. Wanneer je naar de dokter gaat of naar een restaurant wilt, dan moet je naar buiten, door het park, naar je bestemming.”
Giesbers Ontwikkelen en Bouwen werd betrokken als bouwpartner en daarmee was het bouwteam compleet. Zij initieert, denkt mee en biedt (integrale) huisvestingsoplossingen waarmee wordt bijgedragen aan een betere leef-, woon- en werkomgeving aan de hand van duurzame en vernieuwende oplossingen. Uitdagingen in het voortraject, maar ook gaandeweg het proces worden door dit sterke team omgebogen naar krachtige oplossingen.
Er komen zes woongebouwen met individuele appartementen. Aan en in de woongebouwen is de individuele woningschaal af te lezen. De woongebouwen worden per twee gebouwen in drie fases opgeleverd. Het huidige gebouw blijft zo lang mogelijk in bedrijf, zodat bewoners maar één keer hoeven te verhuizen. Faciliteiten zoals dokter, fysiotherapeut maar ook restaurant zijn in de nieuwe situatie voor de bewoners goed bereikbaar via de aangelegde paden. Het geheel bij elkaar, met het huidige Arcade-gebouw als centraal ontmoetingspunt aan het plein, krijgt een dorps karakter met het landschap als verbindende factor. Door er zelf op uit te kunnen gaan, blijven bewoners langer onderdeel van de maatschappij. Het open terrein met een wandelroute door het bos, en de mogelijkheid om een kop koffie te drinken in de brasserie zorgt voor meer contact tussen bewoners onderling en met naasten.
Voor de 184 nieuwe woningen is uitgegaan van één ontwerp. Jim Hesen, Integraal Projectleider bij Giesbers: “De studio’s hebben allemaal dezelfde modulaire basis; 30 m2 met woon- en slaapkamer, pantry en eigen sanitair. Daaromheen is een gebouw ontworpen, passend bij de behoefte van de bewoners.” Zijn collega en Senior Planontwikkelaar Paul van Doorn vult aan: “Slechts een klein deel wijkt af in deuren, domotica en andere productkeuzes. Op deze manier bouw je zo uniform mogelijk, en daarmee toekomstbestendig: je creëert een alternatieve aanwendbaarheid als de functie verandert.” “Eén van de belangrijkste eisen om het toekomstbestendig te maken”, voegt Swinkels toe.
Hij vervolgt: “We merkten dat bewoners en medewerkers zich geen goede voorstelling van het eindresultaat konden maken. Om tot een succesvol eind te komen, is wel draagvlak nodig. Om dat te creëren, is een ‘mock-up’ gemaakt van één studio.” Een realiteitscheck; overal kon over worden nagedacht voordat er ook maar iets gebouwd was. Op die manier zijn nog veel zaken tegen het licht gehouden. Hesen: “Dit heeft het ook financieel beheersbaar gemaakt. Door vooraf te bepalen of bijvoorbeeld dat stopcontact daar echt nodig is, voorkom je 184 keer een stopcontact te veel.”
Hoewel de bouw uniform is, heeft elk gebouw een eigen identiteit. Door het ontwerp, maar ook door de ligging. Het unieke landschap aan de Groesbeekseweg is onderdeel van een stuwwal waardoor er een hoogteverschil is van maar liefst tien meter over de gehele locatie. Daar is in het ontwerp gebruik van gemaakt. De tweelaags gebouwen zijn tegen de stuwwal geplaatst, zodat beide lagen aansluiting op het maaiveld hebben. Met de zorgteams zijn de diverse doelgroepen over de locatie en gebouwposities verdeeld. Zo zijn bewoners met behoefte aan een prikkelarme omgeving hoger gehuisvest, met uitzicht op het bos. Bewoners met meer vrijheid en behoefte aan contact wonen aan het plein. Toch bood het ook een extra uitdaging; rolstoelgebonden cliënten dienen net zo eenvoudig te kunnen manoeuvreren naar een dokter of een restaurant als cliënten zonder loophulpmiddel. Welke stijging is er dan maximaal mogelijk? Deze puzzel is door landschapsarchitect Buro Harro gelegd en samen met bewoners en verzorgenden getest.
Van Doorn: “Deze plek is uniek. Als je een niet-standaard zorgomgeving wilt, maar diverse gebouwen in een complex landschap dan moeten deze gebouwen wel op de juiste plek landen. Dat vraagt stuurmanskunst tussen landschappelijke en esthetische waarde, toegankelijkheid en uitvoerbaarheid. Het was een hele puzzel om het landschappelijk en verkeerstechnisch in orde te maken. Ook vanwege de gefaseerde bouw; we hebben voor elke fase deze puzzel moeten maken en waar nodig tijdelijke oplossingen gezocht.”
Al met al een complete metamorfose, van een afgesloten locatie met alles onder één dak naar een veel meer open structuur. Ook en vooral voor de medewerkers die de zorg leveren. Wim Kruithof, manager vastgoed en facilitair bij De Waalboog: “Het zorgpersoneel heeft grote aanpassingen moeten doen. Van een institutioneel gebouw naar een situatie volgens het principe ‘Zo thuis als maar kan’, met een meer dorps karakter. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat er geen productiekeuken meer is. Er wordt gekookt op de groep, samen met de bewoners. Dat vraagt een andere manier van werken, ook facilitair.” Swinkels: “We hebben steeds voor ogen gehouden voor wie we bouwen en realiseren ons dat niet alle bewoners dezelfde behoeften hebben. Door met bewoners, cliëntenraad en zorgverleners in gesprek te gaan, hebben we het draagvlak gecreëerd dat nodig is voor een intensieve transitie als deze.”
Hij besluit: “Het is een heel proces geweest. Van het concretiseren van de visie en de selectie van architect en bouwer tot het budget, de planning en de diverse hoge ambities zoals duurzaamheid. Energieneutraal en natuurinclusief bouwen vraagt om een intensieve integrale aanpak, waarbij communicatie en draagvlak een belangrijke sleutel tot succes zijn. We hebben als team altijd open met elkaar gecommuniceerd. Alle weerstand hebben we om weten te buigen naar tevredenheid. Samen bouwen we aan een passend vervolg.” De eerste twee gebouwen zijn inmiddels in gebruik en bewezen succesvol. Zowel de bewoners als de zorgmedewerkers zijn enthousiast.