Eén van de bewoners van Mauritshof in Rijssen neemt ons mee. Ze laat trots haar nieuwe kamer zien, die is ingericht met haar eigen spulletjes. Het eikenhouten kastje naast haar bed past precies en daar is ze zichtbaar tevreden over. Nog tevredener is ze over haar ruime badkamer. We zijn te gast bij Mauritshof, een woonzorgcomplex in Rijssen voor mensen met een verstandelijke beperking.
Johan van de Willige, Hoofd Projecten bij Bouwbedrijf Roosdom Tijhuis, kijkt tevreden: “Mooi toch, om te zien dat de bewoners zich hier nu al zo goed thuis voelen. Kijk, daar doe je het voor.” Samen met Van de Willige gaan we om tafel met Andries Vinke en Iris Tolij, respectievelijk Teamleider en Gedragskundige bij de Baalderborggroep, waar Mauritshof onderdeel van uitmaakt. Samen blikken we terug op het bouwproces, met de start van de bouw in mei 2022 en een oplevering op 20 april 2023.
Mauritshof biedt onderdak aan 33 bewoners in de leeftijd van 17 tot 82 jaar. Verdeeld over twee verdiepingen telt het complex zestien studio’s en zeventien appartementen, vier huiskamers met keuken en een ruime dagbestedingsruimte op de begane grond. De studio’s hebben allemaal een zit-slaapgedeelte met een badkamer. Bij de appartementen is de slaapkamer gescheiden van het woondeel. “We hebben de kamers op detailniveau zo veel mogelijk aangepast aan de wensen van de bewoners. Zo zijn er kamers met en zonder pantry, die in sommige gevallen dan weer voorzien is van een extra kast”, vertelt Van Tolij.
Het traject startte in 2016 met de verkenning van de mogelijke locatie. Al snel werden de contacten gelegd tussen Roosdom Tijhuis en de Balderborggroep. Roosdom Tijhuis droeg zorg voor de ontwikkeling. Van de Willige: “De Baalderborggroep had natuurlijk haar Programma van Eisen. Onze architect is daarmee aan de slag gegaan. Als bouwbedrijf hebben we veel ervaring in de zorg. We waren één van de eerste conceptmatige woningbouwers van het land. De kennis en kunde die daar werd opgedaan, wordt ook in de zorghuisvesting succesvol toegepast. Dat zie je terug in de ontwikkeling, realisatie en het beheer van zorgcomplexen. We weten wat er in de sector speelt en kunnen inspelen op de vraag vanuit de markt. Ons concept is steeds doorontwikkeld en zorgt voor een efficiënt proces. We zijn in staat om, indien wenselijk, de gehele gebieds- en opstalontwikkeling in eigen huis te organiseren en maken gebruik van eigen architecten en BIM-modelleurs.” Ook Vinke was overtuigd dat het zou komen tot een goede samenwerking. “Bouwen voor de zorg vraagt om specifieke expertise. Dat vonden we belangrijk. Roosdom Tijhuis draagt de komende 20 jaar zorg voor het onderhoud van het gebouw. Ze heeft er dus alle belang bij om een goed gebouw op te leveren.”
Het bouwteam bestond uit de projectleider, uitvoerder en werkvoorbereider van Roosdom Tijhuis, de projectleider van Balderborggroep, de projectleider van de opdrachtgever en de installateur. Ook schoof er af en toe een onderaannemer aan bij het overleg. Van de Willige: “Er was een wekelijks overleg. De installateur (De Leeuw Installatietechniek) maakte deel uit van het bouwteam, omdat installateurs een steeds belangrijker onderdeel van de totale bouw uitmaken. We bouwen veel prefab. Dat betekent dat we de kozijnen in eigen beheer maken, waarna ze naar de fabriek gaan om ingepast te worden in de prefab betonnen wanden. Bij prefab bouwen moet je vooraf goed weten waar bijvoorbeeld stopcontacten en uitsparingen moeten komen, want eenmaal ter plekke heb je maar beperkte mogelijkheden om wijzigingen aan te brengen. Op locatie werden de wanden geplaatst, gevolgd door het metselwerk.”
Volgens Vinke leverde dat geen noemenswaardige problemen op. “Natuurlijk zijn er altijd kleine dingetjes, maar grote problemen waren er niet. De kleine puntjes, zoals een deur die de verkeerde kant op draaide, werden in het werk verholpen. Voor ons was het vooral belangrijk om vooraf goed te kijken naar hoe alles er uit zou komen te zien. Het is een kwestie van vragen en doorvragen, zodat voor aanvang van de bouw alles duidelijk is.”
Toekomstig bewoners en ouders konden op afgesproken tijden een kijkje komen nemen bij de voortgang. Van Tolij: “Daar waar mogelijk hebben we ze erbij betrokken. Zo konden zij actief meepraten over de inrichting van hun kamer, inclusief de gordijnen en de kleuren op de muren.”
Het gebouw is voorzien van een warmtepomp met bodemlussen om het gebouw te verwarmen, maar ook om het te koelen. De wtw-ventilatie, triple glas en isolatieschil doen de rest om het gebouw nagenoeg energieneutraal te krijgen. De installatie van zonnepanelen is nog even vooruit geschoven. Van de Willige: “Op het moment is hier in de wijk niet voldoende capaciteit beschikbaar om energie terug te kunnen leveren aan het net. Bovendien voldoen we aan de eisen volgens de BENG-berekening, dus de noodzaak was er niet direct.” Vinke vult aan: ”Maar de wens ligt er nog wel. Zodra de mogelijkheid er is, gaan we kijken of het de investering waard is. Het zou mooi zijn als we helemaal energieneutraal kunnen worden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van accuopslag.”
Het drietal kijk terug op een vlot en goed verlopen proces. Op de vraag wat de verbeterpunten zijn voor een volgende keer, is het even stil. Vinke: “Als ik een tip mag geven aan organisaties die ook zo’n traject in gaan, dan is het: plan het zo dat de verhuizing niet vlak voor de zomervakantie valt. Onze bewoners verhuisden begin juni. Zo’n verhuizing is voor deze doelgroep natuurlijk een heel spannende tijd, maar dit is ook de tijd dat een deel van onze medewerkers graag op vakantie gaat. We moesten dus veel werken met invalkrachten, die de bewoners natuurlijk niet kennen. Dat heeft wel gezorgd voor onrust, die eenvoudig voorkomen had kunnen worden door voor een beter moment te kiezen.”