“We hebben een budget bepaald en aangegeven dat de zorgfunctie omkeerbaar naar een woonfunctie moest zijn, verder was de opdracht heel open gehouden”, aldus vastgoedmanager Wilfred Schouten. “Uiteindelijk bleek het gezamenlijke ontwerp van VNL Architecten en Seeds Architects, met woonblokken verbonden door een lange kas – een overdekte winkelstraat – het meest aansprekend. En ook op persoonlijk vlak hadden we het gevoel dat we met deze keuze ons doel het best konden verwezenlijken.”
Dat was voor architecten Robert Landstra en Teunis Vonk van VNL Architecten het startpunt voor een traject met veel wrijving, maar met een prachtig eindresultaat. Landstra: “We hebben het hier over een vernieuwende manier van hoe je ouderen met dementie van huisvesting voorziet. In plaats van een institutionele benadering maak je een woonomgeving die natuurlijk overkomt. Dat betekent kleinschalige woonzorggroepen, een eigen voordeur, ruimte om rond te lopen of om je af te zonderen, geen centrale receptie en met een uitstraling die niet te onderscheiden is van woningbouw. Niet-institutioneel overkomen gaat zelfs zó ver dat ervoor gekozen is om de brievenbussen niet van de logokleuren van Argos Zorggroep te voorzien. We hebben in Leeuwarden al een vergelijkbaar zorgproject gedaan, alleen was dat niet in de wijk geïntegreerd, wat Breede Vliet nog uitzonderlijker maakt. Een groot bijkomend voordeel van de eigen voordeuren bleek tijdens de coronacrisis. Gebouwen met alleen een hoofdingang gingen op slot, in Leeuwarden was het isolement door de eigen voordeuren van de woongroepen veel beperkter.”
De integratie in de wijk heeft een belangrijke wisselwerking. Landstra: “De wijk kan gebruik maken van de brasserie, de eerstelijns zorg en de winkeltjes in de overdekte binnenstraat. Een goede verstandhouding met de wijk is daarbij een uitstekend uitgangspunt om sociale controle te organiseren. Je let op elkaar en zo ontstaat een natuurlijk samengaan tussen wijk en zorginstelling, dat ook een enorme positieve uitwerking heeft op de bewoners van Breede Vliet.”
Dat de gemeente zorg als zorg bleef zien, was wel een bron van strijd. Vonk: “Dat je zorg als gewoon wonen benadert, wilde bij de gemeentelijke dienst niet echt landen. Vooral Argos heeft veel energie moeten steken in het doorbreken van het hokjesdenken dat zorginstellingen er als zorginstellingen moeten uitzien. Zo hoort daar, volgens de gemeente, een centraal parkeerterrein bij, terwijl dat precies is wat we niet wilden. Kom je op een groot parkeerterrein, dan is het eerste wat je denkt: dit is geen woonwijk. Daarom hebben we straatjes gemaakt met parkeren voor de deur.”
Op termijn zijn de zorgwoningen relatief eenvoudig om te bouwen naar een (sociale) woonfunctie. Landstra: “We zijn uitgegaan van de eindbestemming en dat kunnen eengezinswoningen, 2-, 3- of zelfs 4-kamerappartementen zijn, al naar gelang de toekomstige vraag. Op basis van de modulemaat van de blokken, binnentuinen en straatjes zijn we dit gaan terugwerken naar de gewenste zorgwoningen. De woningen zijn nu verbonden door een kas en die kan er over vijftien jaar gewoon afgetild worden zodat je een gewone straat en tien woonblokken overhoudt. Je kunt ook de woningen per blok afstoten, dus Argos behoudt hierin haar flexibiliteit. Om de ombouw naar woningen in de toekomst mogelijk te maken, hebben wij in de ontwerpfase al rekening gehouden met trapsparingen, meterkastposities, type verwarmingen en installaties, leidingtracés, enzovoorts. Daarnaast is de gevel zo ontworpen dat een aantal ramen kan worden vervangen door deuren en verdere aanpassing van de gevel niet noodzakelijk is. Hierdoor wordt er niet slechts een fictief toekomstbeeld geschetst, maar een serieuze optie aangeboden. De flexibiliteit en transformeerbaarheid zorgt bij al onze projecten voor een restwaarde welke zorginstellingen helpt bij de financiering.”
“Het ontwerp is voor zestig procent door ons uitgewerkt en daarna in een bouwteam met Argos Zorggroep en aannemer BM van Houwelingen uitgewerkt. Hier lag nog wel een opgave, aangezien de inschrijving nogal hoger uitviel dan het geraamde bedrag. We hebben gezamenlijk gezocht naar bezuinigingsmogelijkheden, die niet het concept, de bruikbaarheid en het comfort aantastten. Dat is in goede harmonie gebeurd en ontzettend goed gelukt, terwijl de look-and-feel overeind is gebleven.”