Hoe bouw je een gastvrij en levensloopbestendig woonzorgcomplex voor ouderen, met inspraak van bewoners én personeel en de nadrukkelijke wens om bewoners slechts één keer te verhuizen van het oude gebouw (op hetzelfde terrein) naar de nieuwbouw? Vraag het bij Het Wooldhuis in Heino. Hier bouwde aannemersbedrijf Dons en Troost in opdracht van Zorgspectrum Het Zand een nieuwe thuis voor negentig ouderen, inclusief bijbehorende voorzieningen zoals een keuken, restaurant en plek voor diverse ondersteunende functies, zoals een activiteitenruimte, kapsalon en fysioruimte.
De bouwwerkzaamheden startten in juni 2021. Een kleine twee jaar later, in april 2023 kregen de eerste bewoners de sleutel van hun studio overhandigd. Janine Noordhuis, lid van de Raad van Bestuur van Zorgspectrum Het Zand (waar Het Wooldhuis deel van uitmaakt), Peter van Heerde, strategisch huisvestingsadviseur/procesmanager bij adviesbureau PentaRho en Willem Slager, projectleider bij aannemersbedrijf Dons en Troost kijken terug op een intensieve periode.
Noordhuis vertelt over de doelgroep: “We leveren hier verpleeghuiszorg aan ouderen die voornamelijk uit de directe omgeving komen. Dat betekent dat je het huis ook onderdeel wilt laten zijn van de buurt. Ons restaurant bijvoorbeeld is ook open voor buurtbewoners. Onze bewoners kunnen van het terrein af. Dat is een bewuste keuze, die we samen met het personeel en cliënten of hun familie maken. Veiligheid en kwaliteit van leven staan daarbij voorop en dat betekent dat je op zoek moet naar een balans. We maken, als dat nodig is, gebruik van gps-trackers en we hebben natuurlijke barrières, maar we willen onze bewoners niet opsluiten. We spreken in dat kader over veilige vrijheid.”
Die veilige vrijheid was wat betreft de aannemer ook één van de grotere technische uitdagingen in dit project. Slager: “We hebben diverse keren bij elkaar gezeten met de ICT van de opdrachtgever, Unica als installateur en wij als verantwoordelijke partij voor het bouwtechnisch deel. Hoe gaan we de toegangssystemen zo maken dat er maximale vrijheid, maar ook veiligheid voor de bewoners is? Uiteindelijk zijn er extra puien met deurautomaten geplaatst en is een deel van de bewoners uitgerust met een gps-tracker. Op dit gebied hebben we veel kennis opgedaan, die ons ook weer helpt bij een volgend project.”
Het nieuwe Wooldhuis telt negentig studio’s (35 m2), voorzien van een natte cel, een pantry en een eenpersoons (gecombineerde) huis- en slaapkamer. Technisch gezien voldoet het gebouw aan alle huidige eisen. De ruimtes en studio’s zijn los van elkaar te ventileren, verwarmen en koelen. Het gebouw is nagenoeg energieneutraal met dank aan 510 zonnepanelen op het dak. Verder zijn er diverse technische aanpassingen in het gebouw om het zo comfortabel mogelijk te maken. Biodynamische/integratieve verlichting is er één van, waarbij de lichtintensiteit van de verlichting wordt aangepast aan het dag-/nachtritme van de bewoners.
In 2019 ging Noordhuis in zee met adviesbureau PentaRho en daarmee kwam strategisch huisvestingsadviseur Peter van Heerde in beeld. Noordhuis: “De keuze voor een extern adviesbureau lag voor de hand. Je hebt daarmee een ervaren partij in huis met kennis van dit soort processen. En soms heb je een partij nodig die je waardevolle tips geeft, maar die ook eerlijk durft te zeggen wanneer iets niet kan. Bouwen en het begeleiden van het proces is een vak apart. De overleggen met de overheden en architect, het selecteren van de juiste aannemer en de inspraak van cliënten, familieleden en buurtbewoners vraagt om de nodige expertise. Vooral de inspraak van personeel en cliënten is belangrijk. Het is tenslotte ‘hun’ huis.” Een kolfje naar de hand van Van Heerde. “We zijn specialist in de non-profitsector, dus de vragen kwamen ons niet onbekend voor. We hebben een projectorganisatie opgezet, inclusief bijbehorende stuur-, project- en ontwikkelgroepen, bestaande uit vertegenwoordigers vanuit de cliëntenpopulatie, cliëntenraad, behandelaars en personeel.”
“We hadden twee belangrijke voorwaarden”, vervolgt Noordhuis haar verhaal. “We wilden de bewoners maar één keer verhuizen. Dus zij moesten in de oude locatie blijven wonen, terwijl er op het terrein ook nieuw werd gebouwd. De opdracht richting de architect luidde dat we een zorggebouw wilden met functies voor de buurt, maar daarnaast ook een levensloopbestendig gebouw. Op het moment dat we het gebouw een andere functie willen geven, moet dat betrekkelijk eenvoudig te realiseren zijn. De studio’s zijn zo ontworpen dat we twee studio’s betrekkelijk eenvoudig kunnen aanpassen naar één appartement voor een tweepersoonshuishouden.”
Vooral die eerste opdracht, één verhuizing voor de bewoners, betekende voor de aannemer een behoorlijke puzzel. Slager legt uit: “We hadden de bouw opgesplitst in drie delen.
Deel A en B bouwden we aan weerszijden van het bestaande gebouw, waarna de bewoners konden verhuizen. Daarna is het oude gebouw er tussenuit gesloopt en zijn we daar verder gegaan met deel C, met daarin onder andere het restaurant en de keuken. Dit deel C vormt nu de verbinding tussen A en B.” Noordhuis: “We hadden wel wat zorgen over de sloop van het oude gebouw. Dat stond namelijk maar anderhalve meter van het nieuwe gebouw. Wat betekende dit voor de overlast voor onze bewoners? Uiteindelijk bleek dat mee te vallen. Sterker nog: een aantal bewoners vond het prachtig om de sloop van het oude gebouw op de voet te volgen. Er zijn dus ook bewust geen schermen geplaatst tijdens de sloopwerkzaamheden.”
Aannemersbedrijf Dons en Troost werd geselecteerd op prijs en expertise. Van Heerde. “We wilden nadrukkelijk samen bouwen. Het was geen turnkey-constructie. Zo hadden we periodiek overleg. In het begin wekelijks, daarna tweewekelijks en iedere maand was er een bouwvergadering waarbij desgevraagd ook de onderaannemers aansloten. Bij de bouw werd Unica als nevenaannemer geselecteerd voor de E- en W-techniek. Dons en Troost bleef als hoofdaannemer verantwoordelijk voor de voortgang van het totale proces.” Slager: “Dat we moest bouwen in een heel lastige periode, wisten we natuurlijk niet vooraf. Eerst waren er de naweeën van corona en vervolgens kwam de oorlog in Oekraïne, met als gevolg problemen met de levertijden en beschikbaarheid van materialen. Maar uiteindelijk zijn we er uitgekomen, omdat we van alle kanten begrip toonden voor elkaars situatie. Zo bleef de sfeer goed en kom je samen uiteindelijk tot het beste resultaat.”