Twee jaar na de ingebruikname van twee hybride OK’s kan OLVG Oost sinds kort ook beschikken over zes nieuwe generieke OK’s. Alle acht maken ze deel uit van een grote vernieuwingsoperatie. Daarmee krijgen OLVG locaties Oost én West elk steeds meer een eigen identiteit: OLVG West voor met name 24/7 acute zorg, Oost vooral als centrum voor minimaal invasieve chirurgie. De zes nieuwste OK’s zijn in bouwteamverband gerealiseerd door EGM, Royal HaskoningDHV, Van Wijnen Lelystad, CCG, ULC en Kropman.
Ruimtegebrek is vaak een probleem voor ziekenhuizen, voor OLVG Oost geldt dat in ernstige mate. Het is een binnenstadlocatie zonder mogelijkheid tot uitbreiding, dus moet alles plaatsvinden binnen de bestaande muren. Voor de twee hybride OK’s is een creatieve oplossing bedacht: deze zijn opgehangen boven twee polipleinen in het drielobbige OK-complex aan de Eerste Oosterparkstraat. Daarna bleef het woekeren met de ruimte. De zes nieuwe units zijn uiteindelijk gebouwd in lob B waar voorheen vier OK’s, een verkoever en een dagbehandelingsafdeling waren. “Samen met de acht bestaande OK’s in lob A bleef zo altijd de gewenste capaciteit van tien OK’s beschikbaar”, verklaart Milan Cuylits, Projectmanager bij OLVG Vastgoed. “Lob B is voor de nieuwe voorzieningen op een paar vitale leidingen na tot op het casco gestript. In de binnentuin is een tijdelijke bouwkundige voorziening gemaakt voor de verkoever, het steriel magazijn en de kleedruimten. Daardoor kon de dagbehandeling gesitueerd worden op de locatie van het oude steriele magazijn.”
Het Programma van Eisen voor de zes OK’s heeft het OLVG uitgewerkt met Royal HaskoningDHV (technisch) en Roubos OK Expertise (functioneel). “Op basis hiervan is het bouwteam aan de slag gegaan voor de VO- en DO-fase”, vervolgt Cuylits. “Daarin waren de adviseurs en architect EGM in the lead, maar zaten de uitvoerende partijen al aan tafel. In de TO- en UO-fase waren de bouwende partijen in the lead voor de uitwerking van het technisch en uitvoeringsontwerp, met de adviseurs in een controlerende rol.” Het resultaat is een efficiënt ingedeelde eerste verdieping, met centraal in lob B de zes generieke OK’s met elk een eigen opdekruimte, een babyopvangruimte, opslagvoorzieningen voor goederen en apparatuur en kantoren. De twee hybride OK’s hangen aan weerszijden van lob B boven de polipleinen. “Alles wat direct nodig is voor een OK-centrum, bevindt zich op deze verdieping”, vertelt Letty Koopman, operationeel manager voor het OLVG. “Alleen de route naar het beddenhuis betekent een verplaatsing met de lift.”
De nieuwe OK’s zijn met ruim 49 en 58 m2 aanmerkelijk groter dan de oude. Een trend die al langer gaande is, volgens Koopman, en die voor OLVG een enorme vooruitgang betekent. “Apparatuur wordt steeds groter en talrijker. Denk aan de pendels, operatierobots en vele schermen en consoles, soms dubbel uitgevoerd voor lerende assistenten. Daarbij hangt alles aan het plafond of is in muren weggewerkt; je zult geen snoeren over de vloer zien lopen. In feite wil je de ruimte zo leeg mogelijk houden, alleen een operatierobot laat je in de OK staan. De grotere OK’s zijn voor robotchirurgie en cardiochirurgie. OK 102 is direct gekoppeld aan een babyopvangkamer waar eventueel reanimatie kan worden toegepast.”
De OK’s zelf zijn tot op stopcontactniveau uitgedacht met het bouwteam en met inbreng van de OK-medewerkers. Koopman: “Hiervoor zijn één-op-één mock-ups gemaakt waarin we alle mogelijke scenario’s hebben doorlopen om de optimale posities te bepalen van deuren, pendels, Benderpanelen en OK-tafel. We hadden te maken met een bestaand kolommenstramien (6.60 bij 6.60 m; red.), dan is zo’n mock-up extra leerzaam en nodig om risicoanalyses te doen van alle scenario’s. Waarom er geen standaard OK-oplossing is? Omdat iedereen er toch zijn eigen jus over wil gooien. We hebben te maken met ideeën van specialisten, de heersende cultuur in een ziekenhuis, de omgang met hygiëne en richtlijnen. En in dit geval ook met de bestaande stramienen.”
Werken in een bestaand én draaiend ziekenhuis vroeg ook alle aandacht van Van Wijnen. “Dat is complex ja”, stelt Arnold van der Werf, projectleider voor de aannemer uit Lelystad, “maar als ervaren ziekenhuisbouwer weten we hoe we bijna ongemerkt ons werk kunnen doen. Dat begon niet lang na de ingebruikname van de twee hybride OK’s met het plaatsen van stofschotten en geluidswerende panelen om het werkgebied af te schermen en op onderdruk te zetten. De ruimtes waar we het meest aan grensden – de twee hybride OK’s – staan al op overdruk, dus dan sta je automatisch al op onderdruk. Logistiek was het probleem dat we geen gevel beschikbaar hadden. Alle logistieke bewegingen moesten via een bestaande schacht van de technische laag, dan via het dak en vervolgens naar de Eerste Oosterparkstraat waar de bouwketen en de lift stonden. Voor het sloopwerk is gebruik gemaakt van een stille elektrische minikraan met knipper. Om de overlast minimaal te houden, zijn vaste tijden afgesproken met het OLVG, want een klein gaatje boren voor een plug kan al teveel zijn. Bij kritische activiteiten in een OK kon de opdrachtgever aangeven dat het even stil moest zijn. Door de korte lijnen en de goede overlegsfeer is het allemaal goed gegaan.”
Van Wijnen heeft in het bestaande casco alle metal stud basiswanden geplaatst, de benodigde nieuwe uitsparingen in het casco aangebracht en de techniekruimte op de tweede verdieping aangepast. Van der Werf: “Zeg maar al het voorwerk zodat de installateurs hun werk konden doen en CCG de doos-in-doosconstructie kon bouwen. We hebben in het hele traject heel fijn samengewerkt met alle partners in het bouwteam, met als gezamenlijk doel om het beste resultaat te bereiken. Een heel groot project was het niet, maar als je bedenkt dat je twee jaar aan het bouwen bent, kun je wel nagaan hoe complex het was.”
OLVG is erg tevreden met de nieuwe OK’s. Cuylits: “Je bouwt zoiets op basis van de laatste inzichten en de nieuwste technieken en voor de komende vijftien, twintig jaar. Zo werken we niet meer met een traditioneel UDAF plenum, maar met het TcAF Opragon syteem van Avidicare als ventilatiesysteem. Dit systeem heeft twee ringen van bollen in het plafond die in de volledige OK voor een ISO-klasse 5 zorgen. Daarnaast zijn de OK’s zo uitgevoerd dat men kan schakelen tussen een OK-klasse 1, prestatieniveau 1 en OK-klasse 1, prestatieniveau 2. In deze laatste stand is 50% minder lucht nodig, wat een enorme besparing met zich mee brengt. Tussen 19:00 uur ’s avonds en 07:00 uur ’s ochtends en in het weekend toert het ventilatiesysteem automatisch terug tot 30%, en toert deze automatisch weer op als er binnen die periode een patiënt wordt aangemeld.” Koopman is heel blij met de Krion® wanden. “Dit is vrij nieuw en zit ook in de hybride OK’s. Het ziet er mooi uit, is makkelijk goed schoon te maken, is chemisch resistent en de platen zijn thermisch te verlijmen; even opschuren en je ziet er niks meer van. Zo zijn in elke OK slechts twee kitnaden te vinden in de wanden. De vloeren zijn afgewerkt met halfgeleidend pvc met schuin opgezette hoeken. Nog een laatste pluspunt: de vrolijke kleuren aan de buitenzijde. EGM en de OK-medewerkers hebben samen dit traject ingevuld en kwamen uiteindelijk uit op Amsterdamse beelden en werken van Amsterdamse kunstenaars die grafisch zijn uitgewerkt. OK 103 noemen we nu in de wandelgangen al de RembrandtOK.”
Opdrachtgever:
OLVG
Bouwteam (ontwerp, advies, uitvoering):
EGM, Royal HaskoningDHV, Roubos OK Expertise, Van Wijnen Lelystad, CCG, ULC, Kropman.
Bouwmanagement:
OLVG, afdeling Projectmanagement
Bouwtijd:
juli 2022 – april 2024
Bruto vloeroppervlak:
1.320 m2