Hoe kunnen we de patiëntveiligheid verbeteren, en dan met name op de hotfloors van ziekenhuizen? Het is Kleins levenswerk. “Technologie is het probleem niet, die is voldoende beschikbaar. De wijze van samenwerken, en dan met name tussen verpleegkundigen, medici en technisch experts, moet beter worden geborgd.”
Text | Jan-Kees Verschuure Bild | TU Delft
In de jaren ’80 werd tijdens operaties onder narcose soms niet eens een cardiogram aangelegd; enkele decennia later beschikken anesthesiologen, chirurgen en intensivisten over alle mogelijke realtime-data. “En toch gaat er veel meer mis dan zou moeten op OK’s en IC’s”, aldus Klein, die zegt vaak als kritisch te worden beschouwd door collega’s en vakgenoten. “Op verschillende vlakken, van zachte factoren zoals professionele hiërarchie tot harde factoren zoals het elektrisch mes, gaan er zaken structureel mis.” We zijn in de medische wereld te weinig gewend fouten met elkaar te delen om lering uit te trekken, stelt hij. “Soms is het simpelweg het ziekenhuis of de verantwoordelijk arts die zijn fouten niet toegeeft, regelmatig schiet de verplichte analyse van calamiteiten en incidenten door het ziekenhuis zelf tekort, omdat men bijvoorbeeld onbewust onbekwaam is op technologisch vlak en een ontwerpfout in apparatuur niet herkent. In de luchtvaart deelt men alle incidenten en calamiteiten tot in de details toe; daarmee is de afgelopen decennia drastische winst geboekt. In de medische wereld wordt het aantal incidenten niet eens goed in kaart gebracht.”
De sleutel ligt volgens Klein in cultuurverandering door training. Als hoogleraar deed hij bijvoorbeeld onderzoek naar het verschil tussen opleiding en praktijk in het gebruik van het (elektrisch) chirurgisch mes. “Scholing en training, bijvoorbeeld als het gaat om de toepassing van het veelgebruikte chirurgisch mes, is essentieel. De basis ligt in de manier van opleiden. In het Erasmus MC, waar ik jaren als hoofd Anesthesiologie heb gewerkt, worden artsen in opleiding en verpleegkundigen in opleiding gezamenlijk geschoold en getraind op het vlak van patiëntveiligheid en teamwork. Zij werken in de dagelijkse praktijk immers ook samen, maar dat zijn wij helemaal niet gewend vanuit de opleiding. De key moet zijn: gelijkwaardigheid, niet de arts met de toverstaf naar wie iedereen luistert. De hotfloor van een ziekenhuis is zo complex, dat ook een arts geen compleet overzicht heeft. Hiërarchisch denken heeft ervoor gezorgd dat naar een verpleegkundige of medewerker van de sterilisatie-afdeling soms helemaal niet wordt geluisterd. Het klinkt cru, men is gewend te genezen zoals een automonteur een accu vervangt en weer door te gaan naar een volgende behandeling. Briefen of debriefen zit niet verankerd in de medische cultuur. En dat zou wel helpen en zelfs structureel moeten worden vormgegeven. Een piloot kan het ook niet alleen af. De technologie om de patiënt goed te monitoren, is er en er liggen op dit vlak veel mogelijkheden – door toepassing van trendherkenning en artificiële intelligentie bijvoorbeeld. Implementatie van veiligheidsprocedures in het kader van teamwork is wel een aandachtspunt.”
Klein pleit voor het opnemen van een technisch expert in de zorgteams op de hotfloors. “Laat er geen twijfel over bestaan: de subgroepen van een ziekenhuis, zoals bijvoorbeeld een Thoraxcentrum in het Erasmus MC, leveren excellente prestaties – juist omdat technisch experts van begin af aan deel uitmaken van het team. Een technisch expert levert een zinvolle bijdrage, niet alleen voor de aanschaf en het onderhoud van apparatuur, maar vooral met innovatie, scholing, analyse van incidenten en calamiteiten. En als deze professional een BIG-registratie heeft, zoals de Technisch Geneeskundige, zelfs met patiëntgebonden handelingen. Intensieve zorg is topsport, het zijn de details die het verschil maken.”
Als anesthesioloog is Klein natuurlijk ook een goed doelwit voor vragen over de aanpak van de coronacrisis. Wat denkt hij dat er met de structurele IC-capaciteit moet gebeuren na en/of in de verdere ontwikkeling van de pandemie? “Het gaat denk ik niet zozeer om het aantal IC-plaatsen, maar om voldoende specialistisch personeel. Vier IC-patiënten op één verpleegkundige is niet vol te houden. Het personeelstekort is denk ik het grootste aandachtspunt in de afwikkeling van deze crisis, en de situatie daarna in de ziekenhuizen.” Ook in dit kader zou de technisch expert naar Kleins idee gedeeltelijk een oplossing kunnen bieden. “Een technisch expert kan niet alleen systemen ontwikkelen om op een slimme manier vitale data van een groot aantal patiënten op afstand te monitoren, de Technisch Geneeskundige mag zelf ook monitoren vanuit een soort luchtverkeerstoren, en kan daarmee verpleegkundigen ontlasten. En wellicht kunnen aparte coronaziekenhuizen uitkomst bieden om de planbare zorg en de overige spoedzorg niet in gevaar te brengen.”