In de groene omgeving van de Sint-Pietersplas in Brugge opende in het voorjaar van 2023 een gloednieuw zorgcomplex van Mintus, een gerenommeerde welzijnsvereniging in de West-Vlaamse hoofdstad. Sint-Pietersmolenwijk omvat een woonzorgcentrum met plaats voor 232 bewoners, een dagverzorgingscentrum, een kinderdagverblijf en in de toekomst ook een buitenschoolse opvang. Hoewel de omvang van het project veel ruimte en innovatie vereiste, oogt het complex bijzonder huiselijk en transparant. “We focusten op zorgzaam bouwen met een grote belevingswaarde tussen het collectieve en individuele”, aldus architect Gino Debruyne.
In 2011 schreef de Brugse welzijnsorganisatie Mintus een wedstrijd uit voor de bouw van een origineel, kwalitatief en duurzaam zorgcomplex aan de Sint-Pietersplas. Gino Debruyne & Architecten tekende hierop in. Dankzij de goede referenties inzake zorgprojecten voor verschillende doelgroepen en ruime ervaring binnen de wetgeving op dat vlak haalde het bureau de opdracht binnen. Samen met Ann Vandycke, adviseur architect technische dienst bij Mintus, gaven de architecten het project jaar na jaar meer vorm. In mei 2023 namen de eerste bewoners hun intrek in het gloednieuwe zorgcentrum, Sint-Pietersmolenwijk gedoopt.
“De kernbegrippen voor het concept zijn geborgenheid, huiselijkheid en zorg op maat”, licht architect Debruyne toe. “Hoe groot dit project ook mag lijken, we wilden allesbehalve een mastodont neerpoten in deze idyllische omgeving. Daarom kozen we bewust voor kleinschalige afdelingen met doordachte looplijnen binnen een architecturale ruimtelijkheid. De gerichte uitzichten en betrokkenheid met de omgeving doseren het daglicht, waardoor de rustgevende materialen en eigentijdse aankledingen optimaal tot hun recht komen.”
Het zorgcentrum Sint-Pietersmolenwijk omvat een woonzorgcentrum, dagverzorgingscentrum, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. De kwaliteitsvolle, inspirerende belevingsarchitectuur is afgestemd op deze mix van generaties en doelgroepen. Dit creëert een minisamenleving op maat van de bezoekers, de bewoners en de zorgverleners. Een doordacht circulatiepatroon bevordert de zelfredzaamheid van de bewoners en de dienstverlening van het personeel.
“De individuele kamer is het rustpunt, de private plek. Alle woonunits liggen in de buitenste schil van het gebouw en kijken uit over de groene omgeving. Vanuit hun kamer stromen bewoners door naar de gemeenschappelijke ruimtes”, vult Vandycke aan. “Die ruimtes grenzen aan beglaasde binnenpatio’s met een ruim terras. Bewoners kunnen dus comfortabel genieten van de buitenlucht in de beste omstandigheden, met voldoende licht en beschut tegen weer en wind. Dit werkt activerend.”
Een doordachte indeling is de rode draad in het totale woonproject. “Een lange balk neerpoten in het landschap wilden we niet”, vertelt projectarchitect Bert Masselus. “Je krijgt weinig woonkwaliteit en je verliest veel ruimte aan lange gangen.
Vandaar ons concept met vijf volumes die zich in een meanderende vorm ontwikkelen rond grote patio’s. Dit biedt transparantie en wekt een avontuurlijke nieuwsgierigheid op.”
Het gebouw bestaat uit een ruime ondergrondse parking met daarboven een retentiedak. De gelijkvloerse verdieping vormt de slagader van het woonzorgcentrum met een moderne cafetaria, toegankelijke inkomhal, ruimtes voor maatschappelijk werk en administratie en onder andere een kapperszaak. De afdelingen bevinden zich op de twee bovenliggende verdiepingen. De speelse kleuraccenten in de buitenbekleding vloeien naadloos over in de inkomzone en benadrukken het fundament van dit concept: een inclusieve woonvorm met zorg op maat.
De uitstraling en sterke leesbaarheid van het gebouw komen tot uiting dankzij een subtiele maar bewuste materiaalkeuze. Dankzij de leemkleurige paramentsteen en het bronskleurig aluminium van de buitengevel integreert het gebouw zich qua kleurtonaliteit in zijn onmiddellijke omgeving. Zachte accenten in het voegwerk, de lichtblauwe details in de gelijkvloerse sokkel, de verfijnde dakranden en de subtiel afgeronde gevelhoeken geven het gevelbeeld diepgang en nuancering. De ondergrondse parking voorkomt een wildgroei aan geparkeerde wagens, waardoor het uitzicht op het maaiveld niet verstoord wordt.
Binnenin creëren diverse keramische tegels differentiatie en herkenbaarheid in zachte, warme kleuren. Debruyne: “We probeerden een tijdloos gebouw te ontwerpen waar zowel de bewoners, de bezoekers als de zorgverleners fier op zijn en dat over dertig jaar nog als hedendaags wordt aanschouwd. We zijn daarin geslaagd door de grote schaal en het uitgebreide programma te vertalen naar voldoende huiselijkheid en inclusie, met een vernieuwende blik op zorgbeleving via vormgeving en moderne technologieën.”
Naast het eigentijdse uiterlijk is er in het woonzorgcentrum ook sprake van innovatieve toepassingen. “We stappen – op één noodgenerator na – integraal af van fossiele brandstoffen”, zegt Masselus. “Verwarmen gebeurt aan de hand van een BEO-veld en via restwarmte uit het stedelijk warmtenet.” Daarnaast is het volledige gebouw uitgerust met Human Centric Lighting. Deze intelligente verlichting versterkt de mens en zijn activiteiten met een kwalitatieve lichtplanning. Ook bij hulpvragen uit kamers, voor een efficiënte evacuatie of om dwalende bewoners op te sporen past de verlichting zich automatisch aan. “Dit zorgcentrum is echt vooruitstrevend”, besluit Vandycke. “De functionele indeling, de innovatieve technologieën en de inclusieve mix van doelgroepen bevorderen de zelfstandigheid van de bewoners en zorgen voor een optimale ondersteuning van het waardevolle zorgpersoneel.”