De kloostertraditie en de heersende ziekenhuissfeer pasten niet meer bij de behoefte van bewoners en medewerkers van zorginstelling Sint Anna in Boxmeer. Toch heeft het meer dan 10 jaar geduurd voor de eerste paal geslagen werd.
Sint Anna is oorspronkelijk opgericht als verzorgingshuis voor de Zusters van Julie Postel. Na verloop van tijd zijn ook Zusters en Paters van andere congregaties verwelkomd, en uiteindelijk ook veel niet-religieuze ouderen. Ineke Wever is sinds 2020 Bestuurder van Sint Anna en daarmee nauw betrokken bij het nieuwbouwproces. “Door de verschuiving van verzorgingsinstelling naar verpleeginstelling én om het geheel toekomstbestendig te maken, was er behoefte aan een nieuw concept”, vertelt ze. Al in 2011 werd hierover gesproken met de Erfgoedinstelling en Sint Anna, maar zij kwamen er niet uit. Besloten werd om de zaak enige tijd te laten te laten rusten. In 2017 pakte het inmiddels zelfstandige Sint Anna de draad weer op. Wever vervolgt: “De structuur van het oude gebouw was onduidelijk, ingewikkeld en niet praktisch. Niet alleen voor medewerkers, maar ook voor bewoners. Er miste licht en zicht op groen, terwijl de omgeving juist zo mooi is. Omdat verpleeghuisbewoners werden opgevangen in een verzorgingshuis, liep de zorg functioneel vast. Het was een niet wenselijke situatie.”
Een schenking van de Erfgoedinstelling maakte het mogelijk een eigen, nieuw gebouw te ontwerpen op een andere locatie op hetzelfde terrein. Wever: “Architect Bart van den Hork heeft op basis van onze input een super efficiënt verpleeghuis ontworpen, waarbij steeds twee woongroepen via een gemeenschappelijke ruimte worden gekoppeld. Met dat ontwerp was alle twijfel weg en ging het balletje sneller rollen.”
Het nieuwe gebouw is behalve efficiënt ook respectvol naar de historie. Zo verwijst de Latijnse tekst op de gevel naar het religieuze verleden. De plint op het gebouw, gemaakt van Normandisch gesteente, verwijst naar het moederhuis van de zusters van Julie Postel in Frankrijk. Het gebruik van wit pleisterwerk zorgt voor verbinding met het monumentale gedeelte van het oude pand dat op een steenworp afstand ligt.
Wever: “Het oude gebouw is ontworpen en gebouwd als verzorgingshuis, maar werd uiteindelijk gebruikt als verpleeghuis. Het nieuwe gebouw is direct als verpleeghuis ontworpen en biedt mogelijkheden tot efficiënter werken en plezierig wonen. Zo wordt iedere dag een mooie dag. Dat is tevens onze visie.”
Door het toepassen van slimme zorgtechnologie ervaren bewoners in de eindsituatie straks meer vrijheid, terwijl medewerkers makkelijker en efficiënter kunnen werken en monitoren. Het leven speelt zich nu meer af in de huiskamer van de woongroep, met aangrenzende keuken, in plaats van in de slaapkamer. Het nodigt uit. Iedereen kan straks naar de beleeftuin of de brasserie. Toch is het voor de bewoners, voornamelijk ouderen met een vorm van dementie, goed te overzien. Bijvoorbeeld door het gebruik van kleuren en materialen. “Iedere woongroep heeft een eigen kleuren- en stoffenpalet. De woongroepen zijn allemaal vernoemd naar inheemse planten uit de Maasheggen. Zo voelt het al snel eigen, en herkennen de bewoners hun woonomgeving gemakkelijk.”
Medewerkers, bewoners en andere nauw betrokkenen zoals familie, mantelzorgers en vrijwilligers zijn gedurende de bouw en de aanvang ernaartoe steeds geïnformeerd. Wever: “Elke afdeling kreeg een poster waarop de vorderingen bijgehouden werden, een soort tijdlijn. Na elke mijlpaal, die uiteraard werd gevierd, ontvingen de bewoners een nieuwe foto voor op die poster. De eerste paal, de eerste steen…. Natuurlijk is die gelegd door een bewoner, samen met een medewerker, vrijwilliger en mantelzorger. Zo is iedereen betrokken en bleef het voor bewoners een inzichtelijk proces.”
In juni van dit jaar zijn de eerste 58 bewoners verhuisd. Per bewoner is een persoonlijk verhuisplan opgesteld. “Om bewoners voor te bereiden op de verhuizing hebben we een boekje gemaakt met daarin levensechte tekeningen van alle ruimtes in het nieuwe gebouw. Die boekjes zijn door onze medewerkers doorgenomen met de bewoners, zodat ze de nieuwe omgeving na de verhuizing herkenden. Het is mooi om nu te constateren dat de realiteit ook écht is zoals we op de tekeningen al konden laten zien.”
Spannend was de verhuizing wel. “De verwachting was dat de eerste nacht wel eens wat onrustig zou kunnen verlopen”, zegt Wever. Maar niets bleek minder waar. “De bewoners sliepen prima in hun nieuwe huis. Bovendien werden veel bewoners later wakker dan gebruikelijk, omdat er veel minder omgevingsgeluiden zijn. Dat was een mooie ervaring.”
Ondertussen gaat de bouw van het laatste gedeelte verder, net als de sloop van een deel van het oude pand. Alles onder toeziend oog van de bewoners. Wever sluit af: “Het is bijzonder dat bewoners en bouwers zo dicht bij elkaar zitten. Beiden zijn enorm betrokken, ze werken allemaal met evenveel passie naar het einddoel. Het wordt gemaakt door en voor mensen.”