Den Haag was op 30 januari jongstleden gastgemeente van het ICT&Health Congres. Vanuit het Scheveningse AFAS Circustheater werden bestuurlijke, zorgtechnische en oplossingsgerichte benaderingen besproken door diverse sprekers van hoog niveau, zoals minister van Langdurige Zorg Conny Helder, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid Jet Bussemaker en IC-arts Diederik Gommers. De boodschap was: techniek moet de mens dienen, en we moeten niet allemaal proberen hetzelfde wiel uit te vinden.
Onder het inspirerende dagvoorzitterschap van voormalig PvdA- kamerlid Lea Bouwmeester werden de sprekers vlotjes door een lange dag geleid. Bouwmeester nodigde de sprekers uit vergezichten te ontvouwen, als op het vliegende tapijt van Aladdin – een lopende voorstelling in het Circustheater. Merlijne Sonneveld ontwikkelde een digitaal zorgportaal voor burgers en vertelde over haar pleegzoon, die hulp nodig had bij zijn eerste DigiD-stappen. Zij pleit voor een forse ondersteuning in helpdeskfuncties, “een onderbelicht aspect in de ICT van de overheid.” Ook Bussemaker, naast voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid ook hoogleraar aan het LUMC, ondersteunt een mensgerichte aanpak van de relatie tussen overheid en burger. Co-creatie moet het uitgangspunt zijn; luisteren in plaats van dirigeren. “Den Haag Zuidwest, met generaties aan armoede, heeft een andere insteek nodig dan Benoordenhout; mensen willen niet dat je aapjes komt kijken, maar dat je luistert naar hun behoeften en oplossend vermogen. De overheid moet een grotere collectieve inspanning doen.”
Sociale innovatie dus; techniek is er genoeg. “Meer samen. Begin bij de ander.” Het beleid moet uit Den Haag komen, en daar zijn we vandaag. Minister Conny Helder deelt een vakgebied met twee andere bewindspersonen. “De zorgakkoorden worden gezamenlijk aangepakt”, vult Helder de insteek van Bussemaker aan. ‘Zorg eruit, buurt erin’, is de insteek wat langdurige en ouderenzorg betreft; meer bottom-up. “Wij zien onder zorgbestuurders een bereidheid tot verandering: 73% houdt zich bezig met technologie. Echter, slechts 3% daarvan betreft arbeidsbesparende technologie en dat is zorgelijk.” ‘Handen vrijmaken’ moet het doel zijn, volgens Helder. En de focus tussen overheid en zorgsector moet liggen op het nakomen van afspraken in dezen.
Een van de praktijkmensen die resultaten boekt, is hoogleraar Masi Mohammadi (TU/e). Zij ontwikkelt innovatieve concepten op basis van de eigen woning, een ‘empathische woonomgeving’ die meedenkt met de vaak alleenstaande bewoner. “We moeten niet beginnen vanuit zorg maar vanuit leven, vanuit wat nog wel mogelijk is”, zegt Mohammadi. Ze toonde een voorbeeld van een mock-up waarin een alleenstaande met dementie door sensorische technologie wordt gewezen op het dagritme. Mohammadi brengt een en ander in de praktijk in een pilot met aanleunwoningen van wooncorporatie Wooninc. in het Brabantse Waalre. “Participatie van bewoners moet altijd het uitgangspunt zijn. De techniek en de wil zijn er al.”
Vervolgens was het de beurt aan de congrespartners. Producent van internetgebonden digitale producten Cisco nodigt de zorgsector uit tot samenwerking in ontwikkeling. “Wij werken zelf ook samen aan standaardproducten met Philips en Intel; we moeten niet allemaal proberen hetzelfde wiel uit te vinden”, zegt directeur Digitale Versnelling Nederland Hein Dekkers. Dan gaat het bijvoorbeeld over de installatie van biosensoren bij zorgbehoevenden thuis. Cisco ontwikkelt producten waarbij het inregelen door de thuiszorgmedewerker zo simpel mogelijk wordt gehouden. Ook wordt samengewerkt in Duitsland met Deutsche Bahn en VDL om de eerstelijnszorg in dunbevolkte gebieden op peil te houden. In Duitsland rijden inmiddels 7 Medibussen die als mobiele praktijk fungeren. “Die oplossing is in 4 weken gerealiseerd.”
Co-creatie is een sleutelwoord, net als standaardisering, zegt Zorgverzekeraars Nederland bij monde van CZ-baas Joep de Groot. Die is niet bang voor een boude uitspraak. Succesvol ‘jatten’, hij zei het echt. “Nederland is wereldkampioen in het organiseren van pilots. Steel eens een idee van een ander. De impact van innovatie is nog te klein. We moeten niet ‘pilotten’ maar opschalen. Kostenstijgingen zijn niet duurzaam; we moeten in de zorg meer doen met minder mensen.” Zorgverzekeraars Nederland heeft een kenniscentrum ingericht waar getest wordt of een innovatie echt werkt, en dat moet leiden tot een snelle introductie – los van concurrerende belangen. Wethouder Economie Saskia Bruines van de gemeente Den Haag sloot daarbij aan. Een Haags bedrijf ontwikkelde een airbag voor valpreventie. “Dergelijke innovaties zijn zeer nuttig om de noodzakelijke zorg overeind te houden.”
Tijdens het middagprogramma sprak Diederik Gommers. Hij belichtte het personeelstekort in de ziekenhuiswereld. “De huidige werkdruk is door een tekort aan verplegend personeel te vergelijken met die in de COVID-periode, vertelde de IC-arts van Erasmus MC. Wachtlijsten zijn problematisch, dynamische samenwerking tussen regionale ziekenhuizen moet soelaas bieden met betrekking tot de plaatsing van patiënten. Daarnaast moet de status van verplegers omhoog om het beroep aantrekkelijker te maken. “In medische teams en in de roostering. Monitoring op afstand van IC-patiënten kan er vervolgens voor zorgen dat nachtdiensten minder zwaar worden, omdat de verpleegkundige kan gaan slapen.”
Concluderend kunnen we stellen dat bestuurders, zorgspecialisten en ICT’ers het eens zijn: techniek moet de mens dienen, en dat kan alleen in co-creatie. De Haagse wethouder Zorg Kavita Parbhudayal, in haar gemeente onder meer verantwoordelijk voor de WMO, pleitte daarom aan het eind van de dag voor meer risico’s bij de implementatie van zorgconcepten en producten, zoals de genoemde heup-airbag, de aanschaf van een robotstofzuiger of het gebruik van tweedehands spullen. Meer samen doen met minder, is het credo van de overheid en de verzekeraars.