Tagarchief: dbv architecten

Duurzaamheid troef in nieuwe kinderopvang

Lees het gehele artikel

De aftandse parochiezaal van Stevoort moest onlangs plaats maken voor een hypermoderne kinderopvang annex eetzaal voor de nabijgelegen lagere school. Met deze investering slaat het stadsbestuur van Hasselt twee vliegen in één klap. De architectuur van ’t Noppertje geeft de buurt een totaal nieuw elan. Tegelijkertijd is er nu genoeg capaciteit om de vraag naar naschoolse kinderopvang volledig in te vullen. En dit alles op een bijzonder duurzame manier!

De gevel is opgevat als een patchwork van kunstharsbeplating met een houtmotief.

‘t Noppertje werd opgetrokken op de site waar zich jarenlang parochiezaal Den Opper bevond. Hoewel de aanpalende school dit gebouw nog als refter gebruikte, had het zijn beste tijd gehad. “Omdat een afbraak zich toch opdrong, vormde de site een ideale locatie voor een nieuwe en grotere kinderopvang”, aldus architect Bertie De Gauquier van dbv architecten. “Samen met het gemeentebestuur besloten we er een state-of-the-art gebouw van te maken, zeker op het vlak van duurzaamheid. En daar zijn we bijzonder goed in geslaagd. Een BEO-veld en een omvangrijke PV-installatie maken ’t Noppertje bijna-energieneutraal. Natuurlijk werd de buitenschil extra goed geïsoleerd en waar nodig is er een buitenzonwering geplaatst. Om bijkomend groen in de omgeving te implementeren, hebben we de daken maximaal ingericht als groendak. Ten slotte wordt het hemelwater gebufferd en na filtratie gebruikt als sanitair water.”

De overkraging met grote glaspartij fungeert als overdekte inkom.

Op maat van de kinderen

De opvang is niet alleen duurzaam, maar oogt ook erg aantrekkelijk. De architecten creëerden een eigentijds gebouw met een speels karakter dat vanuit de beleving van het kind is ontworpen. “De gevel is opgevat als een patchwork van kunstharsbeplating met een houtmotief”, aldus De Gauquier. “De overkraging met grote glaspartij fungeert als overdekte inkom. Aan de andere kant van het gebouw bevindt zich een tweede inkom. Deze biedt toegang tot een multifunctionele ruimte met aangrenzende keuken en sanitair. In de week is dat de refter voor de school, op andere momenten kan ze door derden gehuurd worden. De opvang zelf bestaat uit twee niveaus die veel verschillende soorten ruimtes omvatten en allen met maatmateriaal zijn ingericht. Het gelijkvloers is afgestemd op de kleuters, terwijl de bovenverdieping is voorbehouden voor de oudere kinderen. Verder is er nog sprake van een ruime kelder, die dienstdoet als opberg- en technische ruimte.”

Geen alledaags project

Voor de concrete realisatie sloegen Bouwbedrijf Margema en ­Concept Building & Services de handen ineen. “Met deze tijdelijke handelsvereniging combineerden we de kennis van twee bouwpartners die erom bekendstaan kwalitatieve totaalprojecten af te leveren voor een scherpe prijs”, vertelt Marie-Paul Claessens van Margema. “‘t Noppertje onderscheidde zich van traditionele gebouwen omdat de buitenschil niet met metselwerk, maar volkernplaat werd gerealiseerd. We hebben dus eerst de binnenschil opgetrokken, om dan in een latere fase de isolatie en buitenbeplating aan te brengen. Gezien deze aanpak moest het binnenmetselwerk erg kwalitatief worden uitgevoerd om een perfecte haaksheid te creëren. Een belangrijke uitdaging situeerde zich aan de binnenzijde. Het was immers niet zo evident om de niet-alledaagse akoestische materialen van het meubilair en interieur af te stemmen op de wettelijke vereisten inzake brandveiligheid. Omdat de openingsdatum van de kinderopvang vast stond, moesten we bovendien voortdurend een strijd tegen de klok leveren. Gelukkig werkten we met betonnen prefabbalken en -kolommen die we zelf fabriceren. Toch was dat niet voldoende om de eindstreep tijdig te halen. Dat we daar toch in geslaagd zijn, is volledig te danken aan de excellente coördinatie en de inzet van alle onderaannemers waarmee we al vele jaren samenwerken.”  

Feiten en cijfers
  • Bouwheer Stad Hasselt
  • Architect dbv architecten (Hasselt)
  • Hoofdaannemers Bouwbedrijf Margema (Lanklaar) en Concept Building & Services (Dilsen-Stokkem)

Geïntegreerd woonzorgaanbod in energiezuinige nieuwbouw

°D1054_Kouterman_Alken02
Lees het gehele artikel

De voortschrijdende vergrijzing dient zich aan als één van de grootste maatschappelijke uitdagingen voor de (nabije) toekomst. Het Limburgse Alken wil niets aan het toeval overlaten en besloot dan ook te investeren in de realisatie van een gloednieuwe zorgcampus die een woonzorgcentrum, assistentiewoningen, een dagverzorgingscentrum en een lokaal dienstencentrum voor het OCMW groepeert op één centrale locatie. Dit resulteerde in een fraaie, functionele nieuwbouw die tevens uitblinkt op het vlak van duurzaamheid.

De gevels zijn afgewerkt met een mix van lichte gevelstenen en horizontale betonstroken.

Demografen en statistici laten er geen twijfel over bestaan: ons land zal de komende jaren en decennia overspoeld worden door een spreekwoordelijke ‘grijze golf’. Ook Alken zal hier niet aan ontsnappen, want uit berekeningen van de Vlaamse overheid blijkt dat het aantal 65-plussers er de komende tien jaar met meer dan 25% zal stijgen. In absolute cijfers impliceert dit ruim drieduizend extra senioren, die uiteraard de nodige ondersteuning moeten krijgen. Om te anticiperen op deze forse stijging sloeg het OCMW van Alken de handen in elkaar met Integro vzw, dat in totaal tien woonzorgcentra in de Limburgse regio beheert. Het resultaat van deze samenwerking is zorgcampus ‘Kouterman’, die moet uitgroeien tot het epicentrum van de plaatselijke woon- en ouderenzorg. 

Het interieur van de gemeenschappelijke delen is stijlvol ingericht.

Geïntegreerd dienstenaanbod

De realisatie van de nieuwe zorgcampus is zeker geen overbodige luxe, benadrukt Patrick Kwanten, Infrastructuur en Facilitair Directeur bij ­Integro. “We baatten al een bestaand woonzorgcentrum uit in deelgemeente Terkoest – gekoppeld aan kasteel d’Erckenteel – maar dat was tot op de draad versleten. De eerste denkoefeningen voor een nieuwe woonzorgcampus dateren al van jaren geleden. Uiteindelijk liet de toenmalige WZC-groep ZusterAugustinessen haar oog vallen op een stuk grond dat op 200 meter van het centrum ligt en dat eveneens eigendom was van de zusters. Daarna werden de bouwplannen opgemaakt.”

De uitgestrekte nieuwbouw bevindt zich op een boogscheut van de Alkense dorpskern en biedt plaats aan een woonzorgcentrum met 87 bedden, 33 assistentiewoningen, een dagopvang en een lokaal dienstencentrum voor het OCMW. “Daarmee is hij goed voor een totale woonoppervlakte van meer dan 10.000 m², aangevuld met allerlei gemeenschappelijke voorzieningen zoals een verpleegpost, zitruimtes, een kinepraktijk, een stille ruimte, vergaderzalen, kantoren, ruime logistieke ruimtes en een modern uitgeruste grootkeuken die in staat is om ook maaltijden te bereiden voor andere vestigingen. Het OCMW gebruikt ook een deel van de polyvalente zaal, die tevens plaats biedt aan de cafetaria met de faciliteiten van de grootkeuken. Door al deze voorzieningen te groeperen onder één dak kunnen Alkense senioren voortaan rekenen op een geïntegreerd dienstenaanbod en een fors verbeterde hulpverlening”, legt Kwanten uit. 

De grootkeuken kan ook maaltijden voor andere vestigingen bereiden.

Belangrijke wijzigingen

Net als de rest van het gebouw telt het woonzorgcentrum drie verdiepingen. Elke verdieping huisvest circa dertig bewoners. “Aangezien het ontwerp en de bouwplannen al grotendeels klaar waren vooraleer Integro in beeld kwam, is het woonzorgcentrum niet geheel volgens onze principes gerealiseerd”, geeft Kwanten aan. “We hebben ons gebruikelijke Programma van Eisen – lees: het draaiboek voor de realisatie van onze woonzorgcentra, waarin alles tot in detail beschreven staat – er dus niet volledig kunnen uitrollen, al hebben we in laatste instantie wel nog enkele belangrijke wijzigingen kunnen doorvoeren. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid tot opsplitsing in verschillende afdelingen om toch wat meer kleinschaligheid te creëren, ruime zit- en eetruimtes, optimalisatie van het energetische plaatje, meer beglazing in functie van de natuurlijke lichtinval, lichte gevelstenen in plaats van donkerbruin metselwerk, ….”

Het OCMW gebruikt ook een deel van de polyvalente zaal, die tevens plaats biedt aan de cafetaria.

De functionele opdeling van het gebouw is in één oogopslag duidelijk, want ter hoogte van de zijvleugel met het dienstencentrum en de ­assistentieflats is het gelijkvloers bekleed met een houtachtige plaat. Ook het gedeelte rond de binnentuin is afgewerkt met dat materiaal om aansluiting te zoeken bij de groene omgeving. “Die binnentuin is opgevat als een belevingstuin met waterpartijen, een moestuin, een kippenweide en een petanquebaan”, zegt Kwanten. “Voorts is er ook sprake van grote inpandige terrassen – eentje per assistentiewoning en twee per verdieping van het woonzorgcentrum – dus aan kwalitatieve buitenruimte is zeker geen gebrek.”

Kouterman moet uitgroeien tot het epicentrum van de plaatselijke woon- en ouderenzorg.

Focus op duurzaamheid

Duurzaamheid was een cruciaal aandachtspunt bij de realisatie van zorgcampus Kouterman. Integro opteerde niet voor traditionele verwarmingsketels, maar voor geothermie. Een KWO-installatie, warmtepompen en betonkernactivering in de vloeren en plafonds zorgen samen voor energiezuinige verwarming en koeling. “Er is ook een gascondensatieketel geïnstalleerd, maar die fungeert louter als back-up voor eventuele problemen, onderhoudsperiodes of piekmomenten. Het gebruik van fossiele brandstoffen is dus tot een strikt minimum beperkt”, benadrukt Kwanten. 

Voorts is het gebouw grotendeels zelfvoorzienend op het vlak van elektriciteit dankzij 411 zonnepanelen op het dak. Alle technieken worden aangestuurd via een gebouwbeheersysteem, dat zowel gemonitord wordt door de lokale technische dienst als de overkoepelende technische coördinator van de Integro-groep. “Ook qua waterbeheer gooit Kouterman hoge ogen, want het regenwater dat op de site valt wordt gerecupereerd voor onder meer toiletspoeling en door de aanleg van een wadi en ondergrondse bufferbekkens zijn overstromingen uit den boze. Dat bleek al meteen tijdens de overvloedige regenval deze zomer, toen onze campus een droge oase in Alken was. Onze inspanningen werpen dus duidelijk hun vruchten af! Aangezien de bewoners van het woonzorgcentrum pas op 1 oktober verhuisd zijn, is het nog even afwachten hoe zij hun nieuwe thuis ervaren. Maar de eerste reacties zijn alvast erg positief.”