Tagarchief: MontLégia-ziekenhuis

Luik verwelkomt MontLégia-ziekenhuis

vue-aerienne_1-kopieren
Lees het gehele artikel

Healing environment op voormalige mijnsite

Op de omvangrijke site van een voormalige steenkoolmijn, gelegen op één van de vele heuvels rond Luik, groepeert MontLégia de activiteiten van drie Luikse ziekenhuizen van de CHC-groep. Het imposante zorgcomplex is het nieuwe boegbeeld van een randstedelijk gebied dat al plaats bood aan een woonzorgcentrum en dat op termijn ook een bedrijventerrein, gebouwen (kantoren, labo’s en cleanrooms voor biotechnologiebedrijven), de hoofdzetel van CHC, een ecowijk en verschillende gemengde projecten zal huisvesten. Met meer dan zevenhonderd klassieke ziekenhuisbedden en een dagziekenhuis voor een honderdtal platiënten heeft MontLégia ongeveer dezelfde medische capaciteit als de twee andere grote ziekenhuiscomplexen in de Luikse regio (CHU Sart-Tilman en CHR Citadelle). Dit knap staaltje zorgarchitectuur werd gerealiseerd door tientallen bedrijven, waaronder enkele van de grootste bouwondernemingen van België.

facades-kopieren

De witte vleugels, die plaats bieden aan de ziekenhuiskamers, zijn lage-energiegebouwen. Ze zijn bekleed met keramische gevelpanelen.

 

Het ambitieuze MontLégia-project, een ontwerp van Assar Architects in samenwerking met artau architectures, is een schoolvoorbeeld van een vooruitstrevende realisatie die het rijke potentieel van een troosteloos industrieel niemandsland opnieuw weet te verzilveren. De restanten van de steenkoolmijn van Patience & Beaujonc, die al in 1929 de boeken neerlegde, waren lang een doorn in het oog van de fiere Luikenaars. Tot de directie van CHC besloot om er drie stedelijke ziekenhuizen (Saint-Joseph, Espérance en Saint-Vincent) samen te voegen tot één hedendaagse ‘healing environment’. “Een nieuw ziekenhuis bouwen bood ons de beste garanties op het vlak van toegankelijkheid en comfort – niet alleen voor de patiënten, maar ook voor de zorgverleners. In MontLégia kunnen we de strategische lijnen voor de komende dertig à veertig jaar uitzetten, meer bepaald door de synergie tussen de verschillende medische disciplines te vergroten”, klinkt het bij CHC.

Pierre Maurice Wéry, architect-vennoot bij Assar: “CHC had twee belangrijke eisen: de ‘moeder-kindvleugel’ scheiden van het ‘volwassenengedeelte’ en de ziekenhuisopname naast de medisch-technische diensten vestigen. Om hier maximaal aan tegemoet te komen, hebben we deze functies ondergebracht in verschillende van elkaar losgekoppelde blokken en hebben we de ruimtelijke indeling geënt op het concept van een ‘zorgstraat’ die alle zorg­eenheden en medisch-technische diensten met ­elkaar verbindt. Zo konden we de verschillende circulatiestromen in het ziekenhuis meteen ook op een efficiënte manier van elkaar scheiden.”

rue-interieure-kopieren

De ruimtelijke indeling is geënt op het concept van een ‘zorgstraat’ die alle zorgeenheden en medisch-technische diensten met elkaar verbindt.

 

Smeltkroes van talent

Om omvangrijke projecten zoals MontLégia tot een goed einde te kunnen brengen, moeten er in de schoot van het ontwerpteam verschillende talenten en specialisaties samen­gevoegd worden. De projectmanager van Assar waakte over de algemene esthetiek en de architecturale coherentie, gespecialiseerde ziekenhuisarchitecten maakten gebruik van hun zorgexpertise, technische ontwerpers bogen zich over specifieke gebouwonderdelen (gevels, luifels …) en uitvoerende architecten hielden een oogje in het zeil op de werf.    

Wéry: “De filosofie van Assar is om elk project in teamverband te realiseren. Door verschillende invalshoeken te hanteren, zorgen we ervoor dat het eindresultaat in visueel opzicht overeenstemt met het oorspronkelijke ontwerp en dat het ziekenhuis conceptueel gezien inspeelt op de wensen van de bouwheer. Ons werk is pas geslaagd als het onzichtbaar is voor gebruikers die door het gebouw wandelen. Complexiteit logisch en natuurlijk laten ogen: dat is de uitdaging!”

“Geen performant ziekenhuis zonder toegespitste zorgarchitectuur”, vult projectleider Alwin Fable aan. “We hebben bijvoorbeeld een grote impact op de algemene hygiëne en dragen in dat opzicht dus een belangrijke verantwoordelijkheid. Nadat we de medische dimensie van het project op punt gesteld hadden, hebben we aandacht besteed aan het comfort van de patiënten, het naleven van de bestaande normen en de scheiding van de verschillende circulatiestromen. Door al deze criteria optimaal met elkaar te verzoenen, zijn we erin geslaagd om een aangename omgeving te creëren voor ­patiënten, die ook nog eens erg gebruiks­vriendelijk is voor het medisch personeel.” 

chambre-dhospitalisation-kopieren

De ziekenhuiskamers zijn uitgerust met brede ramen die lagere borstweringen en lateien hebben dan gewoonlijk, zodat patiënten een onbelemmerd uitzicht hebben op de buitenwereld.

 

Kamers met hotelgevoel

Ook op het energieverbruik keken de architecten nauwgezet toe. “De witte vleugels, die plaats bieden aan de ziekenhuiskamers, zijn lage-energiegebouwen”, vertelt Fable. “Ze zijn ingepakt met een dikke laag isolatie, aangebracht op een aluminiumstructuur, en bekleed met keramische gevelpanelen. De energie­consumptie van het medisch-technische blok en de operatieafdelingen ligt echter een pak hoger. Het was dan ook onmogelijk om die gebouwen passief te maken.”

atrium-dentree-kopieren

Het atrium aan de inkom van het ziekenhuis is behoorlijk imposant.

 

Opvallend is dat het merendeel van de 24 operatiezalen baadt in het natuurlijk licht. “De compacte en comfortabele kamers moeten bovendien een echt ‘hotelgevoel’ uitstralen”, zegt Wéry. “We hebben ons laten bijstaan door ontwerpers die gespecialiseerd zijn in die materie.” De ziekenhuiskamers zijn bovendien uitgerust met brede ramen, die lagere borst­weringen en lateien hebben dan gewoonlijk. “We hebben het gevelgrid ‘verlaagd’, zodat patiënten een onbelemmerd uitzicht hebben op de buiten­wereld, en dus niet alleen op de voorbij­drijvende wolken. Zo hebben we meteen ook de rechtstreekse bezonning beperkt, waardoor het ­risico op oververhitting eveneens gereduceerd is. Dit maakt ook dat er geen nood was aan buitenscreens of extra ventilatieroosters.”

bassin-de-revalidation-kopieren

Het revalidatiezwembad biedt een mooi zicht op de groene omgeving.

 

Bouwkundige uitdagingen

Het was geen sinecure om een ‘mastodont’ als MontLégia op te trekken op een gehavend terrein dat in het verleden bezaaid was met mijnschachten en allerlei ophogingen. Er zijn maar liefst 2.300 palen in de grond geheid om de stabiliteit van het gebouw te verzekeren. Een tweede belangrijke uitdaging schuilde in het feit dat de architecten teams van drie zieken­huizen met verschillende werkmethodes op één lijn moesten krijgen. “Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om een gemeenschappelijke visie uit te dokteren. Als architect kun je een cruciale rol spelen in dit proces, waarbij het expliciet de bedoeling was om waardevolle ­synergieën tot stand te brengen. We zijn blij dat dit uiteindelijk gelukt is”, aldus Fable.

“Problemen en uitdagingen zijn eigen aan elk bouwproject”, besluit Wéry. “Het komt er alleen op aan om alle mogelijke vraagstukken doordacht en grondig aan te pakken, in de wetenschap dat de ‘klant’ niet zozeer de bouwheer is, maar eerder het gebouw zelf. Als iedereen dit voor ogen houdt en alle neuzen in dezelfde richting wijzen, zal de kwaliteit van het project er wel bij varen. MontLégia is daar het levende bewijs van….”   

Bacteriewerend kraanwerk voor MontLégia-ziekenhuis

chc-montlegia-liege-1618-0220-kopieren
Lees het gehele artikel

Alles moest tot in de puntjes kloppen in het nieuwe MontLégia-ziekenhuis, ook qua sanitaire uitrusting. En dus ging Assar Architects op zoek naar een esthetische oplossing voor de patiëntenkamers en gemeenschappelijke delen, die een echte ‘hoteluitstraling’ hebben terwijl in de zorgafdelingen vooral het medische aspect primeert. De keuze viel al snel op Delabie, dat de verwachtingen volledig inloste. “Hygiëne is cruciaal in een ziekenhuisomgeving. Onze producten hebben een gladde afwerking om bacteriën maximaal te weren en voldeden dan ook perfect aan de eisen van de bouwheer”, vertelt Thomas Bottemanne, business development manager bij Delabie.

Delabie

In de gemeenschappelijke sanitaire ruimtes volstonden zelfsluitende TEMPOSOFT-kranen met een drukknop.

 

Naast vaste en inklapbare wandbeugels en douchekranen leverde ­Delabie drie types kraanwerk met een garantie van tien jaar: BIOSAFE-wastafelmengkranen voor de patiëntenkamers, zelfsluitende TEMPOSOFT-kranen met drukknop voor de publieke sanitaire ruimtes en elektronische TEMPOMATIC 4 MIX- en BINOPTIC MIX-wastafelmengkranen voor de rvs-spoelbakken tussen de operatiezalen. “In de gemeenschappelijke sanitaire ruimtes volstonden kranen met een drukknop, maar in de patiëntenkamers is dat anders. De reden voor de toepassing van de BIOSAFE-wastafelmengkranen met geïntegreerde kraanuitgang is voor de hand liggend: de uitloop is het deel waar bacteriën (en dan vooral Pseudomonas Aeruginosa) het best gedijen, want water en lucht komen er samen. In combinatie met de reductie van achterblijvend water in de kraan bij het sluiten zorgt dit voor een minimaal risico op bacteriev­orming”, legt Bottemanne uit.

Hygiëne optimaliseren

Het zorgpersoneel kan onder meer gebruikmaken van elektronische ­BINOPTIC MIX-wastafelmengkranen met infraroodsensor aan het einde van de uitloop, één van de absolute blikvangers in het Delabie-gamma. De wastafelmengkranen leveren niet alleen een enorme waterbesparing op (90%), maar zijn ook begiftigd met een glad lichaam en een geïntegreerd elektroventiel dat het water in de kraan bij elke spoeling vernieuwt. “­Water dat stagneert in de kraan, kan onder meer leiden tot legionellabesmetting, dus dat is absoluut te vermijden. Bovendien zijn de kranen uitgerust met een automatische functie die ze een minuut laat lopen als ze 24 uur niet gebruikt zijn”, verduidelijkt Bottemanne. “We hebben onze technische knowhow maximaal benut om de hygiëne in MontLégia te optimaliseren. Een kraan kan een pietluttig detail lijken in zo’n omvangrijk ziekenhuis, maar kan wel degelijk een broeihaard van bacteriën zijn als je er niet voldoende aandacht aan besteedt. We zijn dan ook blij dat we ons steentje hebben kunnen bijdragen!”