Het jaarlijkse congres van Zorg.tech, de Vlaamse organisatie voor leidinggevende medewerkers in de planning, realisatie en technische exploitatie van gebouwen en installaties van instellingen voor algemene gezondheidszorg, vond dit jaar plaats in Brussels Kart, in Groot-Bijgaarden. Deze keer wilden de deelnemers uitvissen welke inspiratie en leerrijke ervaringen ze kunnen vinden in de industrie.
Bart Michiels en Florian Anaf kwamen toelichten hoe sportgigant Nike de toekomst ziet. Hun werkgever wil zich inpassen in de circulaire economie. Het koos al voor hernieuwbare energie, multimodale logistiek, groene gevels, bijenkasten op het dak en recyclage. Een vlotte en boeiende presentatie maar, zoals gebruikelijk bij Amerikaanse bedrijven, erg mainstream-correct en ook erg gepolijst. De vermelde acties en ingrepen waren bijna allemaal gebaseerd op marketing- en investeringsbeslissingen, niet gegroeid vanuit operationele situaties. Eén keer lichtten ze toch een tipje van de sluier: dat Engeland er niet in slaagde door te dringen tot de finale van het voorbije WK voetbal liet Nike achter met een stock van onverkoopbare t-shirts voor de Engelse markt. “Vroeger zouden die in de versnipperaar zijn beland”, klonk het. “Nu zijn ze gerecycleerd in rugzakjes.”
Picanol
Een fabrikant van weefgetouwen die inspiratie levert voor de zorgsector? Geert Ostyn van Picanol bewees met verve dat dit kan. Picanol is wereldwijd één van de belangrijkste spelers in zijn sector. Met Picanol-machines worden zowel jeans geweven als autobanden. Het bedrijf verwezenlijkt 80% van zijn omzet buiten Europa, maar stelt twee derde van zijn personeelsleden te werk in Ieper. “Op die ene site zijn dan ook heel wat mensen met uiteenlopende skills aan het werk”, gaf Ostyn mee. “Maar dikwijls misten ze een overzicht van het geheel. Zo ontdekten we dat 80% van onze medewerkers niet wist wat 3D-printen is. Anderzijds organiseerden we al veel rondleidingen voor bezoekers op onze site. Daarom besloten we dit open te trekken, zodat eigen medewerkers er ook te weten komen waarmee hun collega’s bezig zijn. We laten bij die rondleidingen de medewerkers van de specifieke zones het woord voeren. Zo kweken we nieuwe ambassadeurs, want nu hebben ze allemaal een compleet verhaal te vertellen over wat Picanol doet.”
Exoskelet
De interactiviteit uit zich ook op andere vlakken. Zo gaf Picanol al driehonderd medewerkers de gelegenheid om een exoskelet uit te testen. “Niet alleen in de fabriek, maar ook voor werkjes thuis. Mogelijk kunnen exoskeletten een rol spelen in het blijven werken op hogere leeftijd, al hebben we intussen besloten om het gebruik ervan niet uit te rollen.” Ostyn maakt er geen punt van dat dergelijke experimenten niet tot de implementatie van de gebruikte techniek leiden. “Het is belangrijk dat werknemers er op een ongedwongen manier mee kunnen kennismaken en hun ervaringen terugkoppelen. Afwisseling is belangrijk, merkten we al tijdens de digitalisering van onze bedrijfsprocessen. En ook verrassing. De afwezigheid daarvan leidt tot stress op de werkvloer.”
In zijn inleiding verwees voormalig minister van zorg Steven Vanackere naar de heersende fusie- en consolidatiegolf in de zorgsector. Die heeft volgens hem alles te maken met de zware investeringsinspanningen, die er noodzakelijk zijn om de snelle evolutie van de techniek te kunnen blijven volgen. Voor financieel minder krachtige groepen wordt het moeilijker om toegang te krijgen tot de nieuwste technologische ontwikkelingen.
Tussen twee werelden
De Zorg.tech-leden Karl Zwinnen en Christophe Allaert, van respectievelijk het Jessa Ziekenhuis in Hasselt en AZ Damiaan in Oostende, werkten eerder in de industrie; Karl bij Janssen Pharmaceutica en Daikin. Ze vergeleken hun ervaringen. “Een ziekenhuis is complexer en groter dan heel wat bedrijven. Maar de technische ploeg is er dikwijls veel kleiner. En wanneer er wat misloopt in de industrie krijgen de technische diensten sneller extra ondersteuning”, klonk het. “Congressen zoals dit zijn dan ook erg nuttig om onderling ervaringen uit te wisselen.”
Sociaal project
Zoals gebruikelijk werden op het congres ook de ‘awards’ uitgereikt; bekroningen – of eerder ruggensteuntjes – voor sterke sociale projecten in de zorgsector. De eerste prijs ging dit jaar naar woonzorgcentrum Dijlehof in Leuven, voor het project ‘Dagelijks Groen’. Dit wzc wil aangepast tuinmateriaal aankopen om het oudere mensen mogelijk te maken dagelijks actief bezig te zijn met groen. De tweede prijs was ook voor een Leuvense organisatie. Medisch Pedagogisch Centrum Terbank wil een ‘Rustbox’ gebruiken als hulpmiddel om te leren omgaan met spanningen en om conflicten te vermijden. MPC Terbank is een multifunctioneel centrum voor jongens en meisjes van 3 tot 21 jaar met een licht of matig verstandelijke beperking met bijkomende emotionele of gedragsproblemen. Heel wat gedragsproblemen zijn een uiting van spanningen en stress. Om conflicten goed te maken, ontwikkelde Terbank enkele jaren geleden de online-tool Sorrybox, die intussen ook op veel andere plaatsen in Vlaanderen wordt gebruikt.
Terbank wil nu de Sorrybox uitbreiden met een Rustbox. Die zal onder meer rustkaartjes bevatten met geluids- en filmfragmenten – zoals slaapmeditaties aangepast aan jongeren met een verstandelijke beperking. Het MPI wil hiermee ook zijn medewerkers bekwamen in sensorimotorische methodieken, zodat dit breed en gevarieerd verankerd kan worden in de organisatie. Het is de bedoeling om het materiaal ook online beschikbaar te stellen, via een speciale website, zodat ook andere voorzieningen er gebruik van kunnen maken.
Vzw Eigen Huis uit Grimbergen sleepte de derde prijs in de wacht met een aangepaste badzetel met hoofdsteun en extra hoes, om het comfortabeler te maken om van een bad te genieten.