Van Galen Projectbedrijf verder onder de naam Van Dorp projecten

Elkaar versterken en gebruik maken van elkaars kracht, maar ook ‘iets betekenen voor de medemens’ zijn de belangrijkste redenen volgens Chris van der Veen, algemeen directeur bij Van Dorp, en Klaas Noorlander, directeur bij Van Galen.

Van Galen viert dit jaar het vijftigjarig bestaan. Het bedrijf, met negentig medewerkers op de loonlijst, is specialist in grotere projecten in de utiliteit, waaronder de brede zorg, van cure tot en met care. Noorlander schetst in het kort de geschiedenis van het bedrijf. “We zijn al vanaf de jaren zeventig actief in de zorg en vanaf de jaren negentig met name in ziekenhuizen. Vooral in de complexe omgevingen, zoals OK’s, voelen we ons thuis. We zijn de laatste tien jaar betrokken geweest bij nieuwbouw en renovatie van meer dan zestig operatiekamers, waaronder die in het AMC (plaatsing van zestien OK’s) en in het UMC Utrecht (plaatsing van eenentwintig OK’s). Van Galen is in deze trajecten eindverantwoordelijk voor alle werktuigbouwkundige installaties. In bijna alle situaties zijn we vanaf het begin betrokken en kunnen wij onze expertise in ontwerp, uitvoering en onderhoud inbrengen in het definitieve uitvoeringsontwerp. Uiteindelijk dienen de OK’s voor ingebruikname te worden gevalideerd en de uitkomsten moeten voldoen aan de geldende normen. Dit betekent op het gebied van schone lucht, temperatuur, luchtvochtigheid, geluid en lichtsterkte het nauwkeurig afstemmen en inregelen van de installaties.”

Al die expertise voor wat betreft grote projecten is precies de reden dat Van Dorp gecharmeerd raakte van Van Galen. Van der Veen: “Zoals Klaas al schetste, is Van Galen goed in de grote, complexe projecten. Wij zijn sterk in het technisch beheer en hebben naast het werktuigbouwkundige deel ook het elektrotechnisch deel in huis. Dat vult elkaar heel goed aan. De overgang is voor Van Galen voordelig, want zij kunnen nu ook gebruik maken van onze expertise en omdat wij een grote landelijke speler zijn, bieden wij Van Galen meer stabiliteit. Opdrachtgevers vragen bij grote projecten vaak financiële garanties van de bouwende partijen. Wij kunnen daar als grotere organisatie net iets beter aan tegemoet komen.”

Noorlander wijst ook graag op de stabiliteit voor wat betreft klantcontact: “Ons personeel blijft de klant bedienen, maar we kunnen ook hier voor bepaalde onderdelen terugvallen op de expertise van Van Dorp. Zo heeft Van Dorp veel ervaring in bijvoorbeeld toegangsbeveiliging, sprinklertechniek en brandbeveiliging. Daar zijn mooie combinaties met onze werkzaamheden denkbaar. We blijven een Projectgroep met veel expertise in kantoren, hotels, sport en natuurlijk de care en cure in de zorg. Het is belangrijk dat we op deze expertise herkenbaar blijven voor onze klant.”

Maar er is nog een belangrijk punt dat Van der Veen en Noorlander graag willen benoemen. “Onze waarden en normen sluiten heel goed op elkaar aan. Dat wisten we al, maar nu we ruim drie jaar intensief samenwerken, weten we het zeker,” aldus Van der Veen. “We willen beiden iets moois doen voor de medemens. Geen mooie woorden alleen, maar we zetten het om in beleid. Een belangrijk kenmerk van Van Dorp is haar maatschappelijke betrokkenheid. Van Dorp heeft daarom sinds 2005 de Van Dorp foundation opgericht. De foundation zet zich in voor de armste mensen in de wereld, zowel ver weg in Afrika als dichtbij in Nederland, waarbij we 5 procent van onze winst besteden aan de foundation. Bij ons draait het om kennis en respect. Die mentaliteit zien we ook terug bij Van Galen.” Noorlander kan dat beamen. “Het zijn uitgangspunten waar we ons volledig in kunnen vinden. Beide ondernemingen zijn van oorsprong familiebedrijven. Natuurlijk moet er geld verdiend worden, maar het gaat vooral om de mensen. Die instelling herkennen we heel sterk bij Van Dorp. Vanaf februari 2021 werken we ook daadwerkelijk vanaf één locatie, zodat we de werkzaamheden nog beter op elkaar kunnen afstemmen en nog eenvoudiger bij elkaar kunnen binnenstappen om te overleggen.”

Nu beide partijen samengaan, ziet Van der Veen ook voor de verdere toekomst mogelijkheden. “We willen in de zorg graag een positie verwerven in relatie tot IoT (Internet of Things). Dan moet je denken aan het verzamelen van ongestructureerde data door ‘slimme’ software, waarmee patronen van bewoners herkend kunnen worden of juist afwijkingen van het voorspelbaar gedrag van de bewoners gesignaleerd worden. Door gebruik te maken van IoT-toepassingen zal er een verschuiving gaan plaatsvinden van ongeplande naar planbare zorg. Zorgprofessionals kunnen meer preventieve zorg verlenen, wat ten goede komt aan de kwaliteit van de zorg. Dit zorgt voor rust bij de bewoners en medewerkers. Daar moet je veel expertise uit diverse invalshoeken voor in huis hebben. Met deze stap denken we ook op dit nieuwe IoT-gebied een belangrijke toegevoegde waarde voor de zorg te kunnen zijn. Een mix van de juiste technologische oplossingen zorgt ervoor dat de zorgsector het momentum kan behouden en de grenzen van IoT zal blijven verleggen. De toekomstige voordelen van IoT in de gezondheidszorg zijn oneindig, niet alleen operationeel, maar zeker ook voor de zorgkwaliteit.”