Platform over bouw en ontwikkeling in de zorg in Vlaanderen en Nederland
Netty van Triest,  senior projectleider bij Platform31: All-inclusive woonzorgconcept  is goed alternatief  voor  verzorgingshuis

Netty van Triest, senior projectleider bij Platform31: All-inclusive woonzorgconcept is goed alternatief voor verzorgingshuis

Woonzorgconcept All-inclusive kan een goede vervanger zijn van het verzorgingshuis. Dit is een van de resultaten van een experiment dat Platform31 uitgevoerd heeft samen met een tiental woningcorporaties en zorginstellingen. Het experiment duurde een klein jaar en liep tot februari 2015.

Samen met brancheorganisatie Actiz en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg heeft onderzoeksinstituut Platform31 mogelijkheden onderzocht om nieuwe woondiensten te ontwikkelen in de panden van voormalige verzorgingshuizen. Aanleiding zijn de veranderingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), tegenwoordig de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Als gevolg van deze wetswijziging komen mensen met een lichte zorgvraag (tot zorgzwaartepakket 4) niet meer in aanmerking voor een verzorgingshuis en blijven steeds meer ouderen zelfstandig wonen. Dit brengt eveneens met zich mee dat veel zorgvastgoed leeg komt te staan.

Oplossingen
Tegenwoordig worden er oplossingen gezocht die voordelen bieden voor zowel de eigenaren van de leegstaande panden als de betreffende ouderen. Bij twintig procent van deze laatste groep blijkt behoefte te zijn aan nieuwe vormen van beschut, maar tegelijkertijd zelfstandig wonen. Voor mensen met een ruimere portemonnee komen er steeds meer mogelijkheden. Volgens Netty van Triest, senior projectleider bij Platform31, is het echter moeilijker voor 80-plussers met een laag inkomen, die alleen zijn en geen indicatie hebben voor een verzorgingshuis. “Velen van hen hebben wel behoefte aan veiligheid, 24 uurs bereikbaarheid en gezelligheid. In hun eigen woning kan dat vaak onvoldoende geboden worden. Vooral voor deze mensen blijkt het experiment met het All-inclusive-concept interessant. Dit biedt alles ineen: wonen, veiligheid, ontmoeting, reuring en een pakket dienstverlening, in een van de voormalige woonzorgcentra. De bewoner betaalt zelf de huur van de eigen woonstudio met kookgelegenheid en sanitaire voorzieningen, en een bijdrage voor de diensten die hij of zij afneemt. Het is een betaalbaar product voor mensen die niet meer dan zo’n duizend euro per maand te besteden hebben.”

Het experiment
Het experiment was gericht op het ondersteunen van tien woningcorporaties en zorgorganisaties in heel Nederland, de zogenaamde koplopers. Zij zijn bezig verzorgingshuiscapaciteit om te zetten naar een aanbod van verzorgd wonen op de particuliere markt. Ook hebben ze gekeken waar het product aan zou moeten voldoen, of er voldoende markt voor is, waar eventuele knelpunten liggen en wat het allemaal zou moeten kosten. Dit moest leiden tot aanbevelingen voor andere organisaties, zodat die eventueel zelf aan de slag kunnen met het ontwikkelen van een bij hen passend product.
Bijna een jaar lang zijn de deelnemers aan het experiment gevolgd bij het ontwikkelen en in de markt zetten van All-inclusive wonen voor ouderen. Van iedere koploper is één praktijksituatie onderzocht. De deelnemers bieden allemaal verschillende All-inclusive woonconcepten in panden in heel Nederland, daterend van 1952 tot 2010. Woonpakketten die bestaan uit woonruimtes van 20 tot 54 m², huurprijzen van 303 oplopend tot 663 euro per maand en diensten variërend van alarmering tot levering van alle maaltijden. Zelfs de doelgroepen waarop ze zich richten, verschillen in leeftijd van 65-jarigen tot 80-plussers.

De resultaten
Ondanks de korte duur van het experiment, bleken zes van de deelnemende koplopers het product kostendekkend te kunnen aanbieden. Van Triest: “Geen van de panden hoefde grondig verbouwd te worden. Wel moest per gebouw voldoende schaal bereikt worden, met een minimum van zestig tot zeventig zelfstandige huurders. Minder kan ook, maar dan in combinatie met intramurale dienstverlening. In sommige krimpgebieden haal je het minimum aantal niet, omdat er onvoldoende vraag naar is. Verder is veel zorgvastgoed nog niet afgeschreven. Bij een dergelijke formule dalen de inkomsten ten opzichte van het vaste inkomen dat ze bij intramuraal gebruik zouden krijgen. Zorgorganisaties willen de huren echter niet te hoog maken. Een oplossing is om de goedkopere, meest afgeschreven panden te gebruiken voor All-inclusive en de duurdere voor intramuraal wonen.”
Een ander knelpunt zijn de overtollige, onrendabele vierkante meters in de plint van de gebouwen. Die kun je niet doorberekenen in de woninghuur. Het experiment richtte zich daarom eveneens op het zoeken naar andere verdienmodellen daarvoor. Een aantal koplopers bleek zeer creatief in het bedenken van rendabele oplossingen, zoals een crèche en een thuiszorgwinkel met medische hulpmiddelen.
Al met al biedt het All-inclusive aanbod veel voordelen voor ouderen, in de vorm van betaalbare, veilige woonoplossingen met aangepaste dienstverlening. Voor zorgorganisaties is het echter niet altijd even lucratief, de exploitatiemodellen zijn complex. Bovendien moeten zij opeens gaan ondernemen, creatief zijn en denken in marketing- en winstmodellen.

Toekomstverwachtingen
Toch denkt Van Triest dat All-inclusive wonen zal aanslaan. “De behoefte bij ouderen aan zelfstandige, betaalbare en veilige woonruimte neemt vanwege de voortschrijdende vergrijzing sterk toe de komende jaren. Zorgorganisaties worden steeds creatiever en marktgerichter en het All-inclusive woondienstenconcept biedt daarvoor prima mogelijkheden.”

Tekst: Irene Teunissen
Foto’s: Platform 31

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details